Gemeente Barneveld: Informatie provincie over zand Vink geeft onrust
De informatie van de provincie Gelderland over de locaties waar mogelijk vervuild zand van afvalverwerker Vink ligt, heeft bij de gemeente Barneveld “eerder voor onduidelijkheid dan voor duidelijkheid gezorgd”. Daarom wil de gemeente die plekken “uit een oogpunt van zorgvuldigheid” nu nog niet bekendmaken.
Dat antwoorden burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen van de fractie van Lokaal Belang. “Wij willen eerst duidelijkheid krijgen, door het onderzoek dat het bureau Royal HaskoningDHV doet, om te voorkomen dat wij met onjuiste en onvolledige informatie meer onrust veroorzaken.”
De informatie van de provincie betreft onder meer locaties waar een zanddepot (een tijdelijke opslag met grote hoeveelheden zand) heeft gelegen, aldus de gemeente. “Wij hebben de locaties doorgegeven aan Royal HaskoningDHV en hebben ook onze eigen administratie daarbij betrokken omdat wij precies wilden weten waar het zand van deze depots daadwerkelijk was toegepast. De depotlocaties zijn belangrijk om te weten, maar nóg belangrijker is waar het zand vanuit de depots naartoe is gebracht en dat stond juist níet op de provinciale lijst.”
In de antwoorden geven b en w twee voorbeelden van de onduidelijkheid. Zo noemt de provincie een locatie aan de Stanleystraat in Barneveld. “De bewoners hebben hier alleen maar zand áf- in plaats van aangevoerd.”
Ook vermeldt de provincie station Barneveld-Zuid. “Daar zou veel van de bewuste partij zand zijn terechtgekomen, maar uit nader onderzoek van onze kant bleek dat het hier om een verkeerde naamgeving in de administratie van de firma Vink gaat. Het zand is niet bij station Barneveld-Zuid toegepast, maar daar alleen in een depot beland om – zo blijkt nu - vervolgens te worden verwerkt in de uitgegraven wegtracés van de Minorcalaan en de Zijdehoenderlaan (in de wijk Veller, red.). Het gaat daarbij om een grote hoeveelheid zand dat niet op woonpercelen terecht is gekomen, maar alleen is verwerkt om de wegtracés te vullen.’’
Dat verklaart volgens de gemeente nu ook pas waarom in een eerder memo van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) wél sprake was van de Minorcalaan en de Zijdehoenderlaan, terwijl deze straten niet op verstrekte tekeningen van de firma Vink voorkwamen. “Dat gaf bij veel bewoners, ook bij ons, onduidelijkheid. Die wilden wij niet nóg groter laten worden (door per ongeluk tóch verkeerde adressen te informeren of foutieve lijsten te verspreiden).”