GVB gaat „oorlogsverleden niet uit de weg”
Het Amsterdamse vervoersbedrijf GVB gaat in overleg met de gemeente „een aanpak bedenken om met het eigen oorlogsverleden om te gaan”, meldt het maandag. De aanleiding daarvoor is dat de NS onlangs liet weten schadevergoedingen te gaan uitkeren aan overlevenden en nabestaanden van de Holocaust. Het spoorbedrijf verdiende geld met het deporteren van Joden naar kamp Westerbork in opdracht van de Duitse bezetter.
„Enkele weken terug volgde een emotionele reactie van de Joodse gemeenschap op het financiële gebaar van NS”, schrijft het GVB op zijn website. Daarmee doelt het vervoersbedrijf op een oproep van Federatief Joods Nederland (FJN) aan de vervoerder om ook publiekelijk excuses te maken voor het meewerken aan deportaties. Het GVB zou in de Tweede Wereldoorlog tienduizenden Joden hebben getransporteerd.
De directie van het GVB zegt te beseffen dat er nog altijd veel verdriet en pijn is bij overlevenden. Ook beseffen de bestuurders dat „het verleden van GVB onvoltooid is, zolang niet alle feiten en omstandigheden in gezamenlijkheid zijn onderzocht. En zolang het handelen tijdens de Tweede Wereldoorlog niet samen is verklaard, beoordeeld en erkend.” Het GVB zegt het eigen oorlogsverleden dan ook „niet uit de weg te gaan”.
Het bedrijf laat wel weten dat de eigen geschiedenis niet los te zien is van die van de gemeente Amsterdam, de eigenaar van het toenmalige trambedrijf. „Vandaar dat GVB met de gemeente een gezamenlijke werkwijze gaat bepalen om met dit verleden op de juiste wijze om te gaan”. Het GVB zal de Joodse gemeenschap „uiteraard” bij het initiatief betrekken.