Advocaten vinden weinig bewijs Satudarahzaak
Advocaten van verdachten in de zaak Satudarah Geleen vinden weinig of geen bewijs voor de beschuldigingen door het Openbaar Ministerie (OM). Dat bleek donderdag tijdens de derde zittingsdag van het proces tegen zeven van tien verdachten. Het OM verdenkt hen van lidmaatschap van een criminele organisatie, witwassen, afpersing, bedreiging, gijzeling en wapenbezit. Op onderdelen zijn de verdenkingen per verdachte anders.
Waar het OM dinsdag tegen vicepresident Paul S. (34) van Satudarah Geleen elf jaar eiste, achtte raadsvrouw Françoise Landerloo voor twee cliënten de meeste verdenkingen niet bewezen en vroeg ze daarom vrijspraak. Voor S. en medeverdachte Anthony P. (37), tegen wie acht jaar was geëist, pleitte zij voor fors lagere straffen.
Ook in andere zaken bepleitten de advocaten vrijspraak of aanzienlijk lagere straffen. Zo zou het lidmaatschap van een criminele organisatie niet bewezen kunnen worden. Landerloo sprak van stemmingmakerij door het OM.
Inmiddels zijn voor vijf verdachten pleidooien gevoerd. Bij herhaling viel in de pleidooien het verzoek om vrijspraak. Dat gold met name voor drie verdachten.
Een van hen, Ahmed H. (38), zou niets strafbaars hebben gedaan. Tegen hem eiste het OM vier jaar cel, raadsman Pieter van de Kerkhof pleitte voor vrijspraak. Een ander, Jesse van der W. (27), was weliswaar beveiliger van de club, maar hij zou niet bij geweld betrokken zijn geweest. Advocate Landerloo vroeg om vrijspraak, waar het OM drie jaar cel in gedachten had. Raadsman Jos Coumans vroeg om vrijspraak voor Manu P. (36), tegen wie het OM zeven jaar eiste.
De rechtbank stond deze Manu P. ook toe de uitvaart van een in de nacht van woensdag op donderdag overleden familielid bij te wonen.
Er zijn nog zes zittingsdagen gepland, in december, januari en februari. Uitspraak is op 22 februari.