Snelle groei secularisatie moslims in Nederland
Ook onder moslims in Nederland slaat de ’ontkerkelijking’ toe. In korte tijd is het moskeebezoek onder zowel Turkse als Marokkaanse moslims flink teruggelopen. De verwachting is dat de secularisatie zich voortzet.
Dat blijkt uit een groot onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het rapport ”Moslim in Nederland” is donderdagmiddag aangeboden aan minister Verdonk van Vreemdelingenzaken. De Tweede Kamer had om het onderzoek gevraagd, op voorstel van het GroenLinks-kamerlid Azough.
De conclusie dat de moslims in Nederland verwereldlijken betekent niet dat er geen enkel gevaar is te duchten. Het SCP houdt er rekening mee dat een kleine minderheid van Turken en Marokkanen de Nederlandse samenleving als vijandig en discriminerend zal ervaren. Deze groep zou als gevolg van oplopende etnische spanningen zijn toevlucht kunnen zoeken tot illegale vormen van protest en actie.
Het moskeebezoek onder Turken liep in vier jaar tijd met 9 procent terug van 44 naar 35 procent. Onder Marokkanen was de terugloop nog groter: van 38 procent in 1998 tot 23 procent in 2002. Met name jongeren, hoger opgeleiden en moslims die goed geïntegreerd zijn, hechten minder belang aan de islam in het dagelijks leven. Zij bidden minder, praten minder over hun geloof en nemen in mindere mate deel aan het verenigingsleven. Dat geldt voor Marokkanen trouwens sterker dan voor Turken.
Dat wil overigens niet zeggen dat de geseculariseerde moslims niets meer hebben met hun religie. Ze beleven haar alleen anders dan de meer traditionele moslims. Vooral moslims van de tweede generatie zien hun godsdienst als een privé-zaak. Ook heeft de islam minder invloed op hun levensstijl. Gezien de voortgaande integratie en het stijgende onderwijspeil onder moslims verwacht het SCP dat de secularisatie zich de komende jaren zal voortzetten.
Daarbij tekent het SCP aan dat secularisatie onder moslims andere gevolgen heeft dan onder autochtone Nederlanders. Ook al doen ze steeds minder aan het geloof, moslims blijven zich wel als gelovig beschouwen en nemen niet echt afstand van hun religie. De moslimidentiteit blijft voor hen van groot belang. Zo vindt een meerderheid dat hun kinderen naar de koranschool moeten gaan.
Een minderheid van 30 tot 35 procent vindt dat religie ook in de publieke sfeer een rol moet spelen. Daarvan wil een overgrote meerderheid de godsdienst wel weghouden van de politiek. Slechts een zeer klein deel van de Turkse en de Marokkaanse jongeren zou religie en politiek met elkaar willen vermengen, ook al zou dat ten koste gaan van democratische rechten en vrijheden.
Het SCP zegt zich te realiseren dat het onderzoeksmateriaal slechts tot op zekere hoogte inzicht biedt in wat er onder Turken en Marokkanen in Nederland leeft. „Daarnaast mag wellicht ten overvloede worden opgemerkt, dat ook een gering potentieel voor religieus extremisme onder omstandigheden voldoende kan zijn voor een aanzienlijke maatschappelijke ontregeling.”