CPB: Laat student meer zelf betalen
Studenten kunnen meer gaan betalen voor hun onderwijs. Hoger onderwijs levert hun genoeg op om na hun studie hun beurs terug te gaan betalen. Bovendien blijkt een student beter te studeren als hij zelf meer voor zijn opleiding moet betalen.
Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een drietal studies dat woensdag verscheen. Een jaar hoger onderwijs blijkt 7 tot 9 procent meer loon voor afgestudeerden op te leveren. Een korte studiebeurs, vier in plaats van vijf jaar, zet studenten aan tot sneller studeren. Bovendien geven ze er minder snel de brui aan.
Een goede manier om studenten meer te laten bijdragen aan hun onderwijs is volgens het CPB een sociaal leenstelsel. Dit betekent dat de studiebeurs een lening wordt die de student na zijn studie terugbetaalt. Hoeveel een afgestudeerde aflost, hangt af van zijn inkomen. Dit voorkomt dat leenangst onder studenten een hoge drempel opwerpt voor het hoger onderwijs.
De commissie-Vermeend adviseerde vorig jaar al een leenstelsel, eventueel in combinatie met een beurs. Toenmalig staatssecretaris Nijs toonde zich van deze optie wel gecharmeerd. Zij wilde de mogelijkheden voor studenten om te gaan lenen, verruimen. Haar opvolger Rutte werkt nu aan een nieuw stelsel van studiefinanciering dat de trekken van een soort studiehypotheek zou moeten krijgen. Dit zou ook neerkomen op een sociaal leenstelsel.
Dat een studie in het hoger onderwijs profijtelijk is, blijkt uit een vergelijking van de inkomens van academici met een vijfjarige studie en academici met een vierjarige studie. Een goede vergelijking was mogelijk omdat in 1982, met de invoering van de zogeheten tweefasestructuur, de studieduur van vijf naar vier jaar ging. In 1997 bleken afgestudeerden die voor 1982 aan hun studie waren begonnen 7 tot 9 procent meer te verdienen dan studenten die onder de tweefasestructuur gingen studeren. Het CPB verwacht dat het rendement dat studenten uit hun opleiding halen alleen maar groter gaat worden.
De landelijke studentenvakbond LSVb noemt de conclusie van het CPB „naïef en weinig steekhoudend.” Investeren in het onderwijs is volgens de bond primair een taak van de overheid. De bijdrage van studenten zou hooguit symbolisch moeten zijn.