„Carbidschieten niet meer op elke straathoek Kampen”
Het aloude gebruik dat in Kampen op de laatste dag van het jaar op elke straathoek met carbid geschoten mag worden, komt ten einde. Het college van burgemeester en wethouders stelt voor enkele tientallen plekken aan te wijzen voor het melkbusschieten om zo overlast terug te dringen.
Uniek blijft het melkbusschieten in de Overijsselse gemeente ook na het aanpassen van de algemeen plaatselijke verordening (APV). Waar in Nederland met carbid geschoten mag worden, gebeurt dit in een weiland. Zo gaat dat ook in omliggende gemeenten als Staphorst en Zwartewaterland.
In Kampen mag het ook binnen de bebouwde kom. De vrijheid overal te schieten verdwijnt echter, zegt burgemeester Bort Koelewijn. In het verleden werd nog veel geschoten op plekken waar dat niet gewenst was. Sommige inwoners kampen met psychische problemen omdat de knallen herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog naar boven brengen.
Drank en losbandigheid
De burgemeester bezocht afgelopen jaar een man ver in de tachtig. „Hij heeft niet het geld om rond de jaarwisseling in een hotel te zitten en heeft geen familie waar hij heen kan. Hij zit dan op oudjaarsdag in een binnenkamer in zijn flat met de muziek hard aan om maar niets te horen”, vertelt de burgemeester. „En dat de hele dag. Zo zie je dat mensen er echt onder kunnen lijden.”
De traditie van het carbidschieten gaat terug tot 1888, het jaar dat het goedje ontwikkeld werd, weet historicus Jonn van Zuthem. Ervoor was er al een traditie om met de jaarwisseling het bestuur en de gegoede burgerij uit te dagen. Dat ging dan gepaard met veel drank en losbandigheid. In de negentiende eeuw werd de jaarwisseling voortaan in steden huiselijker gevierd, maar op het platteland gebeurde dat niet.
Rond 1930 ontstond in de Kamper volkswijk Brunnepe een traditie om de politie uit te dagen. Na de oorlog duurde het tot de jaren vijftig tot het opnieuw onrustiger werd tijdens de jaarwisselingen in Kampen. „Mensen in Brunnepe gingen met angst en beven de jaarwisseling in”, zegt Van Zuthem. „Aan het einde van de jaren zeventig was er op nieuwjaarsdag altijd het nieuws dat het in Amsterdam, Den Haag en Kampen onrustig was geweest.”
Verdwenen groepsgevoel
Oud-burgemeester Henk Kleemans schrok zich wezenloos toen hij eind 1979 zijn eerste jaarwisseling in Kampen inging, weet de historicus. „Ze zaten op het politiebureau waar de ruiten er letterlijk uitgeschoten werden.”
De Mobiele Eenheid kwam regelmatig in actie om vele tientallen carbidschieters op de Noordweg terug te dringen. Daarna besloot de politie de confrontatie niet langer te zoeken. De volkswijk zelf veranderde ook in die tijd. „Bewoners stegen op de maatschappelijke ladder en verhuisden naar andere wijken. Dat groepsgevoel verdween.”
Carbidschieten is gevaarlijk, maar zware ongevallen zijn zeldzaam in Kampen. In 1968 raakt een meisje zwaargewond aan haar kaak toen een deksel van een melkbus tegen haar hoofd kwam. Nog een meisje raakte later gewond, maar het ernstigste voorval was in de jaren tachtig toen een jongen om het leven kwam, weet Van Zuthem.
Vrees voor traditie
De burgemeester wil vooral dat schutters hun hoofd erbij houden. „Jonge schutters van weleer zijn nu vaders die hun kinderen het schieten leren. Ze zijn voorzichtig”, zegt Koelewijn. Hij heeft nu 25 plekken voor het carbidschieten voorgesteld. Op informatieavonden verzochten schutters dat aantal uit te breiden.
„We hebben verzoeken voor negentig plekken binnengekregen”, zegt Koelewijn. Via Facebook reageren de schutters op de nieuwe regels. Enkelen vrezen voor hun traditie. „Dit is het begin van het einde”, is de teneur. In een poll met als vraag of het aanpassen van de APV een goed idee is, zodat er nog maar op 25 plekken geschoten mag worden, reageerden 700 mensen. Zeker 85 procent van hen vindt het een slecht plan.
Een raadscommissie buigt zich donderdag over het voorstel. Koelewijn denkt dat er voor dit jaar enkele tientallen plekken aangewezen worden.