AzG kwam in mei in opspraak, omdat de hulporganisatie het losgeld dat betaald is voor hun ontvoerde medewerker Arjan Erkel niet wil terugbetalen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. De organisatie zegt niet betrokken te zijn geweest bij de onderhandelingen en dat het ministerie het losgeld zonder zijn machtiging heeft betaald aan de ontvoerders in de Russische deelrepubliek Dagestan.

„Elke donateur die opzegt, doet natuurlijk een beetje pijn, maar op het totaal van 700.000 donateurs valt het allemaal wel mee”, aldus de woordvoerster. AzG heeft vorige maand al haar leden een brief gestuurd waarin het de „complexe zaak” heeft geprobeerd uit te leggen. De organisatie hekelt de passieve houding van de Nederlandse en Russische regering en stelt dat Erkel veel eerder en zonder losgeld vrij had kunnen komen als beide regeringen zich meer hadden ingespannen.

De Nederlandse regering dreigde een rechtszaak te beginnen om het geld terug te vorderen, maar volgens de AzG-woordvoerster heeft het hoofdkantoor in Zwitserland, de werkgever van Erkel, nog niets ontvangen. Ook van mogelijke stopzetting van overheidssubsidies is (nog) geen sprake. „Sterker zelfs, we hebben net een subsidie van 5 miljoen euro ontvangen voor noodhulp in Darfur”, besluit de zegsvrouwe.