Binnenland

Schrik om sjoemelende ambtenaar

Een ambtenaar op een ministerie heeft weleens onder druk van leidinggevenden een besluit voorbereid „dat wettelijk niet is toegestaan.” Een ander heeft na aandrang van de directeur van het ministerie ingegrepen bij een onafhankelijk onderzoek. „Zo gestuurd dat de uitkomst was zoals de beleidsmakers graag wilden.” En hebben die ambtenaren deze integriteitsschending gemeld bij een vertrouwenspersoon of een toezichthouder? „Nee, anders gaat meteen m’n kop eraf.’’

Margit Spaak
23 November 2018 19:57Gewijzigd op 16 November 2020 14:42
Eén op de zes ambtenaren is wel eens onder druk gezet om niet integer te handelen, zo blijkt uit onderzoek onder bijna 1400 rijksambtenaren.  beeld ANP, Robin Utrecht
Eén op de zes ambtenaren is wel eens onder druk gezet om niet integer te handelen, zo blijkt uit onderzoek onder bijna 1400 rijksambtenaren.  beeld ANP, Robin Utrecht

Dat staat in een onderzoek dat FNV Overheid heeft laten doen naar de omvang van niet-integer handelen bij rijksambtenaren. Uit de antwoorden van 1368 deelnemers, blijkt dat een op de zes ambtenaren wel eens onder druk is gezet om niet integer te handelen.

Mannen zeggen vaker dan vrouwen dat ze meer dan eens te maken hebben gehad met ongeoorloofde druk. Vrouwen melden zich daarentegen eerder ziek na zo’n incident. Meer dan de helft van alle ambtenaren die niet-integer moesten handelen (52 procent) meldt fysieke of psychische klachten, uiteenlopend van buikpijn en hoofdpijn tot angst, stress en schuldgevoelens. „Er wordt niet geluisterd. Er heerst een angstcultuur, veel cynisme en ikzelf ben het vertrouwen kwijt dat mijn manager achter me staat als ik anders beslis in een dossier”, zegt een ambtenaar van Justitie en Veiligheid.

Bij de ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport komen integriteitsproblemen het meest voor, aldus de onderzoekers. Financiën is een gunstige uitzondering. Daar is veel aandacht voor integriteit. Slechts 9 procent van de ambtenaren daar zegt wel eens onder druk te zijn gezet.

„Integriteit is een professionele verantwoordelijkheid”, aldus bijzonder hoogleraar Zeger van der Wal in zijn intrederede bij de aanvaarding van de Ien Dales Leerstoel. Deze is ingesteld door de Universiteit Leiden en het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) en heeft speciaal betrekking op bestuurlijk integer handelen.

Voormalig burgemeester van Nijmegen en minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales (1931–1994) benoemde in 1992 als eerste het belang van bestuurlijke en ambtelijke integriteit. Zij deed de beroemd geworden uitspraak: „De overheid is of wél of niet integer. Een beetje integer bestaat niet.”

Van der Wal: „Ambtenaren moeten zich realiseren dat ze op een bijzonder speelveld werken. Ze zitten in een glazen huis. Bestuurders liggen meer dan ooit onder een vergrootglas. Integriteit is onderdeel van het politieke spel geworden.” Meer dan ooit is het daarom volgens Van der Wal nodig dat „integriteit in de haarvaten zit van werknemers in de publieke sector.”

Van der Wal noemt de toenemende diversiteit in de hele samenleving een uitdaging. „Verschillen tussen generaties, religies, gender en geaardheid kunnen spanningen met zich meebrengen. Hoe gaan leidinggevenden daarmee om? Discriminatie, pesten en intimidatie komen voor. Managers moeten daarover praten.”

Dat vindt FNV Overheid ook. „Meer aandacht voor gewenste en respectvolle omgangsvormen zou verbetering kunnen bieden. Leidinggevenden en directie moeten voorbeeldgedrag laten zien.’’ De bond benadrukt ook dat medewerkers die zich onder druk gezet voelen, goed opvangen moeten worden. Want het onderzoek toont aan dat maar 16 procent van degenen die werden gedwongen tot niet-integer handelen dat ergens hebben gemeld. En daarvan vindt ruim twee derde dat de melding niet goed is opgepakt.

Ze lichten toe: „Er is niets mee gedaan en ik wilde geen paria worden.” „De vertrouwenspersoon vond mijn zaak het onderzoeken waard. Maar dat gebeurt dan door boven jou geplaatsten. Ik heb mijn melding niet doorgezet uit angst voor repercussies.” „De herinnering aan deze vervelende periode heeft mij enorm wantrouwig gemaakt.”

Binnenlandse Zaken noemt de uitkomsten van het FNV-onderzoek „verontrustend.” Eigen periodiek onderzoek heeft volgens het ministerie niet aan het licht gebracht dat de misstanden zo groot zijn. „We moeten daar iets mee. We gaan kijken wat we hier aan kunnen doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer