Geen belastingdeal meer voor brievenbusfirma
De Belastingdienst stopt met het maken van afspraken vooraf met internationale brievenbusfirma’s die niet of nauwelijks actief zijn in Nederland. Dat laat staatssecretaris Menno Snel van Financiën weten aan de Tweede Kamer. Verder gaat de fiscus meer openheid geven over zogenoemde rulings, waarin zulke belastingafspraken worden vastgelegd.
De Belastingdienst gaat voortaan scherper kijken waarom een bedrijf precies om een ruling vraagt. Als het enige motief is om minder belasting te betalen, komt er geen deal. Daarnaast wordt gekeken of de kosten die een onderneming maakt in verhouding staan tot wat zij in Nederland doet. Het soort werk dat wordt verricht moet ook passen bij de geldstromen die in een bedrijf omgaan.
Met rulings is op zich niks mis, benadrukt Snel. Ze geven bedrijven vooraf duidelijkheid over de wijze van belastingheffing en dat is goed voor het vestigingsklimaat. Maar hij ziet ook dat veel mensen dergelijke deals met de Belastingdienst associëren met „schimmige praktijken”. Meer transparantie over hoe zulke afspraken worden gemaakt moet daar verandering in brengen.
Daarom gaat de Belastingdienst van elke ruling met een internationaal karakter de hoofdlijnen publiceren, zij het zonder de naam van de onderneming te noemen. Ook informatie waaruit kan worden afgeleid om welk bedrijf het gaat, wordt weggelaten. De fiscus heeft en houdt een geheimhoudingsplicht voor informatie over individuele belastingplichtigen.
Daarnaast wordt voortaan elk jaar een jaarverslag uitgebracht, en gaan onafhankelijke experts onderzoeken of de afgegeven rulings door de beugel kunnen. Snel laat verder weten dat alle internationale rulings voortaan ter goedkeuring vooraf langs een centraal team gaan. Er komt een maximale looptijd van vijf jaar, die alleen in uitzonderlijke gevallen kan worden verlengd naar tien jaar. De nieuwe regels moeten medio volgend jaar van kracht worden.
Het ministerie van Financiën liet eerder onderzoek doen naar bijna 4500 internationale rulings. Daaruit bleek dat niet altijd de juiste procedures waren gevolgd. Dat was aanleiding de rulingpraktijk te herzien.