Jongere zoekt de weg in medialand
Jongeren leven midden in de digitale samenleving, maar missen de kennis om daarmee om te gaan. Onderwijsadviseur Sjaak Jacobse herkent het beeld uit een dinsdag verschenen onderzoek naar mediawijsheid. „Veel jongeren gaan mee in de grote seculiere mediastroom.”
„Kijk jij vlak voor het slapen naar een beeldscherm?” Het is een van de vragen uit het dinsdag gepubliceerde onderzoek ”De mediawijsheid van jongeren in beeld”. Deze week is het de Week van de Mediawijsheid. Mediawijzer.net liet zo’n duizend jongeren van 13 tot 18 jaar ondervragen op verschillende aspecten van mediawijsheid. Zo werden de jongeren bevraagd op de manier waarop ze media gebruiken, hoe ze met anderen communiceren en of ze doorzien hoe digitale media werken.
Een groot deel van de jongeren –64 procent– blijkt een onvoldoende te scoren op het gebied van mediawijsheid. Ruim 60 procent beseft niet dat vloggers op Youtube worden betaald uit reclame-inkomsten. Driekwart herkent het niet wanneer een bericht op Instagram is gesponsord. Verder blijkt dat jongeren met een hoger opleidingsniveau mediawijzer zijn en dat meisjes iets beter scoren dan jongens.
Impact
„Zo’n onderzoek moet je zien als een peilstok”, zegt Sjaak Jacobse, onderwijsadviseur nieuwe media bij Driestar educatief. „Zijn onze jongeren echt klaar om te participeren in een digitale samenleving?”
Volgens Jacobse toont het onderzoek aan dat het beeld moet worden bijgesteld dat jongeren „spelenderwijs nieuwe media leren gebruiken. Volgens deze studie is slechts 20 procent van de jongeren net bekwaam genoeg. Veel jongeren missen de vaardigheden om goed gebruik te maken van de kracht van sociale media.”
De onderwijsadviseur noemt het zorgelijk dat veel jongeren media „reactief” gebruiken. „Ze communiceren en consumeren, maar gebruiken media niet bewust. Dit maakt ze kwetsbaar om mee te gaan in de grote, seculiere mediastroom. Nieuwe media zijn geraffineerd: helemaal erop gericht om ons gedrag te beïnvloeden en continu onze tijd in beslag te nemen. Jongeren beseffen onvoldoende hoe groot de impact daarvan op hun leven is.”
De eisen die aan jongeren worden gesteld zijn hoog, vindt Jacobse. „De technologische veranderingen zijn bijna niet bij te benen. Kunnen we wel verwachten dat jongeren zelf wijsheid ontwikkelen om daarmee om te gaan? Veel ouders zijn evenmin mediawijs.” Jacobse verwijst naar een van de onderzoeksvragen, over mediagebruik in het gezin. Op de vraag wat jongeren doen als ze samen met hun ouders zijn, antwoordt 36 procent van de ondervraagden dat „we allemaal, ieder voor zichzelf, met onze eigen telefoons, laptops of tablets bezig zijn.” Schokkend, zegt Jacobse. „Je ziet het principe ”living alone together” (alleen samenleven, GM). Terwijl juist het gezin een belangrijke plaats is om mediawijsheid te ontwikkelen.”
Zo’n 20 procent van de jongeren scoort bovengemiddeld goed in het onderzoek. Jacobse plaatst er een kanttekening bij. „Een deel van deze jongeren is waarschijnlijk door schade en schande mediawijs geworden, omdat het intensieve gebruikers zijn. Het onderzoek is sterk op kennis gericht: hoeveel weet en doorzie je van nieuwe media? Wat ik niet zie is of deze jongeren hun kennis ook kunnen omzetten in gedrag: kun je media ook gezond en bewust gebruiken? Lukt het om het ‘snackeffect’ te weerstaan om iedere drie minuten je tijdlijn te controleren?”
Reflectie
De onderwijsadviseur signaleert ook een positieve ontwikkeling. „Ik heb het idee dat de wal het schip aan het keren is en dat dat vanuit jongeren begint. Er komt reflectie op het huidige mediagebruik. Ik merk dat jongeren zich afvragen of appen op de fiets wel zo verstandig is. En of ze hun telefoon niet beter uit kunnen zetten voor ze gaan slapen.”
Jacobse voelt er weinig voor om jongeren af te schermen van media. „Christenen hebben techniek op zichzelf nooit gemeden. Jongeren worden volwassen in een digitale samenleving. Wij moeten hen bekwaam maken om daar op een verantwoordelijke manier hun plaats in te nemen.”
Jacobse pleit voor karaktervorming. „Dat begint al in groep 1. Driestar onderwijsadvies biedt daarvoor ook lessenmateriaal aan. Zo ontwikkelen we een prentenboek, waarin hoofdpersonen bijvoorbeeld een filmpje kijken. Met de kinderen kun je dan bespreken welke gevoelens dat oproept. Wat doe je bijvoorbeeld als je een filmpje ziet dat ‘niet pluis’ voelt?”
Hoe ziet een mediawijze jongere –en oudere– er volgens Jacobse uit? „Daarvoor gebruiken we bij Driestar vaak vier beelden, die bij elkaar horen. Je bent pelgrim: je kiest heel bewust welke media je wel en niet gebruikt, erop gericht om je loop door het leven niet te vertragen. Je bent ook burger: je bent deel van de samenleving en participeert daarin ook via de media. Daarnaast ben je dienaar: je richt je in je mediagebruik op het welzijn van de ander. Ten slotte ben je leerling: je zoekt voortdurend de stilte om concentratie te oefenen en je te verdiepen in de christelijke bronnen. Zo heb je iets uit te delen aan anderen.”