Beroep tegen levenslang voor oorlogsmisdaden
De tot levenslang veroordeelde Ethiopische Nederlander Eshetu A. moet zich maandag voor het gerechtshof in Den Haag verdedigen. Hij wordt verdacht van oorlogsmisdaden in Ethiopië in de jaren zeventig.
Volgens de 64-jarige A. is er niet „voldaan aan een eerlijk strafproces”. Vooral niet omdat de rechtbank vorig jaar weigerde getuigen te laten horen over schriftelijke stukken uit het Ethiopische strafdossier die als bewijsmiddel tegen A. werden gebruikt. Nadat A. hoger beroep had aangetekend tegen het vonnis, ging het Openbaar Ministerie ook mee. Het OM had ook levenslang geëist.
A. had destijds een militaire sleutelpositie voor het zogeheten Derg-regime in de Ethiopische provincie Gojjam. In die hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor het opsluiten, martelen en vermoorden van tientallen tot honderden mensen, veelal minderjarigen, oordeelde de rechtbank. Een van de feiten die de rechtbank bewezen heeft verklaard, betreft de executie van 75 jonge mensen, in een kerk op het terrein van een gevangenis.
De man kwam in 1990 als asielzoeker naar Nederland. Hij vestigde zich in Amstelveen. In eigen land werd hij bij verstek veroordeeld tot de doodstraf.