Binnenland

„Pak dader zinloos geweld samen aan”

Wat moet je doen als je ziet dat iemand op straat in elkaar geslagen wordt? Op die vraag geeft de derde landelijke campagne ”Geweld op straat” een antwoord: met z’n allen op de dader af. Vanmiddag gaf minister Donner het startschot in Rotterdam.

20 July 2004 15:50Gewijzigd op 14 November 2020 01:26
ROTTERDAM – De poster van een nieuwe campagne tegen geweld op straat. Minister Donner van Justitie gaf vanmiddag in Rotterdam het startschot. - Illustratie Ministerie van Justitie
ROTTERDAM – De poster van een nieuwe campagne tegen geweld op straat. Minister Donner van Justitie gaf vanmiddag in Rotterdam het startschot. - Illustratie Ministerie van Justitie

Joes Kloppenburg, Meindert Tjoelker en René Steegmans. De drie slachtoffers van zinloos geweld zijn overbekend omdat zij deden wat anderen nalieten. Zij spraken onverlaten aan op hun asociale gedrag en werden om die reden in elkaar geslagen met de dood als gevolg. Omstanders staken geen hand uit, veel te bang zelf ook klappen te krijgen.

Het ministerie van Justitie wil samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Stichting Meld Geweld de passiviteit van omstanders doorbreken. Woordvoerder I. Hommes: „Bij de campagnes van 2001 en 2003 werd omstanders geadviseerd 1-1-2 te bellen, het signalement van de dader te onthouden en het slachtoffer niet alleen te laten. Na de dood van Steegmans in oktober 2002 is de discussie losgebarsten over hoe het geweld een halt toegeroepen moet worden.”

Het belangrijkste advies in de nieuwe campagne is: „Mobiliseer de omstanders.” Hommes: „Stap met vier of vijf man op de dader af en intimideer hem. Dat kan door ongekend lawaai te schoppen of door met z’n allen hem te bevelen met het geweld te stoppen. Je kunt ook besluiten om helemaal niets te doen, bijvoorbeeld omdat er wapens in het spel zijn. Maar neem die beslissing dan wel samen.”

Met z’n allen er op af dus. Maar niet zonder eerst 1-1-2 te bellen. Want alleen de politie kan een dader arresteren. Maar hem in bedwang houden mag iedereen. Op grond van artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering is bij betrappen op heterdaad iedereen bevoegd een verdachte aan te houden. De aangehoudene moet wel „onverwijld” aan de politie worden overgedragen. Er zijn echter nog wat voorwaarden voor een zogeheten burgerarrest.

Zo mag het door de omstanders gebruikte geweld niet verder gaan dan nodig is om te bereiken dat de verdachte er niet vandoor gaat. Twee medewerkers van een Delftse supermarkt gingen een stap te ver toen zij een winkeldief bewusteloos schopten. Het leverde hun tachtig uur werkstraf op. Woordvoerder Hommes: „Zodra de verdachte zich heeft overgegeven of weerloos is, is het doel bereikt. Wanneer het geweld doorgaat nadat iemand is aangehouden, slaat het om in redeloos geweld.”

Volgens het dossier ”Eigenhandig optreden” van het openbaar ministerie „is het toe te juichen dat dagelijks burgers van de aanhoudbevoegdheid gebruikmaken. Zowel politiemensen als officieren van justitie zijn in de praktijk coulant tegenover burgers die het initiatief hebben genomen om iemand aan te houden.”

Van die coulance was echter geen sprake toen twee AH-medewerkers in Amsterdam vorig jaar een winkeldief aanhielden. Met behulp van grote politie-inzet en een politiehond werden de twee medewerkers gearresteerd. Een van hen zou de bewuste winkeldief met gebalde vuist in de maagstreek geslagen hebben, nadat die hem een duw gaf. Het openbaar ministerie was van mening dat de klap die de bewuste medewerker heeft gegeven „niet passend noch noodzakelijk was” om de winkeldief aan te houden. Uiteindelijk seponeerde het OM de zaak omdat de verdachte genoeg gestraft was door de grootscheepse manier waarop hij gearresteerd was.

Een gebalde vuist in de maag mag dus niet. Maar wat dan wel? Mag je een dader van zijn slachtoffer vandaan trekken? Woordvoerder Hommes: „Ja, als dat noodzakelijk is om het geweld te stoppen wel. Maar gebruik het gezonde verstand en zorg ervoor dat er geen nieuw incident ontstaat.”

De nieuwe campagne besteedt extra aandacht aan mensen tussen de 13 en 34 jaar. Dit accent is gekozen omdat blijkt dat deze doelgroep over het algemeen het meest in aanraking komt met geweld op straat als getuige, dader of slachtoffer.

Overheidsloket Postbus 51 geeft bekendheid aan de campagne door televisie- en radiospots, brochures, abri’s, posters in abri’s en freecards. Net zoals bij alle andere campagnes van de overheid over de veiligheid op straat is het hondje Jack op alle campagnemiddelen te zien. Jack moet de alerte vriend en kameraad uitbeelden in de strijd tegen onveiligheid. De vanmiddag gestarte campagne loopt tot en met 31 augustus.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer