Dat stelt de nationaal rapporteur mensenhandel A. Korvinus in haar derde rapportage, die zij dinsdag aan minister Donner van Justitie heeft aangeboden. Nu is het zo dat slachtoffers zonder bescherming worden teruggestuurd. Verreweg de meeste slachtoffers van mensenhandel komen in Nederland en in de ons omringende landen in de prostitutie terecht.

Soms krijgen slachtoffers van mensenhandel na hun terugkeer te maken met represailles. Anderen lopen opnieuw in de val van mensenhandelaars. Om dat te voorkomen zou in Nederland per geval een risicoanalyse moeten worden gemaakt met algemene minimumvoorwaarden voor terugkeer.

Ook pleit de rapporteur voor intensievere samenwerking met de landen van herkomst. Dit alles zou ertoe kunnen leiden dat de slachtoffers makkelijker gaan meewerken met politie en justitie om verdachten te pakken. Bovendien vindt Korvinus dat ook slachtoffers die niet in de seksindustrie terecht komen, moeten kunnen rekenen op een tijdelijke verblijfsvergunning.

Met zo’n verblijfsvergunning blijft iemand in Nederland beschikbaar voor politie en justitie. Verder wil Korvinus steun voor slachtoffers die geen aangifte durven te doen. Als duidelijk is dat zij door mensenhandelaren hierheen zijn gehaald, moeten zij, in afwachting van het moment waarop terugkeer verantwoord is, in aanmerking kunnen komen voor opvang en hulp.

De meeste slachtoffer van mensenhandel zijn afkomstig uit een van de kandidaat-landen voor de Europese Unie, zoals Bulgarije en Roemenië. Voor deze landen geldt sinds enkele jaren geen visumplicht meer. Dat heeft geleid heeft tot een sterke stijging van zowel het aantal slachtoffers als het aantal daders van mensenhandel uit die regio’s.

Op het moment dat landen zoals Bulgarije en Roemenië toetreden tot de EU, zijn de onderdanen van deze landen gerechtigd te werken binnen de EU, ook in de seksindustrie. De politie verwacht niet dat daardoor aan dwang en uitbuiting een einde zal komen.