Mens & samenleving

Student kookt met dementerende ouderen

„Het vlees is wel gaar, denkt u ook niet?” Karen kijkt toe terwijl mevrouw Robbers met een vork in het sudderende rundvlees prikt. In verpleeghuis Pieter Pauw in Wageningen koken studenten bijna iedere avond samen met dementerende bewoners. Een win-winsituatie: het is gezellig voor de bewoners en de studenten houden er een gratis maaltijd aan over.

1 November 2018 19:49Gewijzigd op 16 November 2020 14:32
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Vier uur ’s middags. De bewoners van de woongroep zitten in de gemeenschappelijke huiskamer in hun leunstoelen. Terwijl mevrouw Robbers de laatste slokken van haar koffie drinkt, vraagt meneer Van der Linden zich hardop af of hij nog een glas water mag. „Wat ruikt het hier lekker”, zegt Karen Woortman (22) als ze de ruimte in komt lopen. De geur komt uit de aangrenzende keuken, waar een plan met draadjesvlees op het vuur staat te pruttelen. Karen, student aan de universiteit van Wageningen, spiekt even in de pan. „De dagdienst zal het vlees wel vast hebben opgezet. Hoelang zou dit al opstaan?” Voor de zekerheid draait ze het vuur wat lager.

In het kantoor van de verzorgenden checkt ze het menu voor vandaag. Sperziebonen, röstirondjes, rundvlees en komkommersalade. Eerst maar de sperziebonen doppen. Karen pakt een mesje uit de keukenla en begint ondertussen een praatje met mevrouw Robbers, die aan de keukentafel is komen zitten. „Ze helpt me vaak met koken, ze vindt het leuk om aardappels te schillen.”

Meehelpen gaat deze keer niet lukken: mevrouw Robbers heeft haar pols in het verband. ”Pols gebroken”, staat er met hoofdletters op het roze gips geschreven. „Anders vergeet ze steeds wat er gebeurd is”, zegt Karen. Mevrouw Robbers knikt instemmend. Erg veel zin in het avondeten heeft ze nog niet. „Ik hoef straks niks hoor, ik heb al bij mijn moeder gegeten.”

Terwijl de berg afgehaalde sperziebonen gestaag groeit, komt meneer Krieken de keuken inlopen. Hij steekt zijn arm uit. „Wilt u misschien mijn horloge losmaken? Het zit veel te strak.” Karen, terwijl ze aan het horloge prutst: „Ik ben van alle markten thuis.”

Contact

Karen komt iedere week een avond koken in het verpleeghuis Pieter Pauw. Op de eerste en de tweede verdieping van het huis is de psychogeriatrische afdeling gevestigd, voor dementerende bewoners. De afdeling bestaat uit dertien losse woningen. In ieder huis wonen ongeveer tien mensen.

Karen kookt altijd in dezelfde woning, waardoor ze de bewoners inmiddels goed kent. Ze kwam in aanraking met het verpleeghuis tijdens een informatiemarkt van haar master voeding en gezondheid op de universiteit van Wageningen. „Ze zochten vrijwilligers voor het koken in de woningen en dat leek me mooi en interessant werk.”

In het begin was het wennen, zo geeft Karen eerlijk toe. „Ik heb geen zorgachtergrond, dus ik vond het lastig goed om te gaan met dementerende mensen. Ik had soms geen idee wat ik moest doen om contact met hen te maken. Maar nu gaat dat vanzelf.”

Voeding

Het vrijwilligerswerk past bij haar studie. „Ik ben op dit moment bezig met mijn master voeding en gezondheid. Na de master wil ik waarschijnlijk onderzoek gaan doen, misschien wel naar het belang van goede voeding voor ouderen. Dat interesseert me. Hoe zorg je ervoor dat ouderen die niet willen eten toch genoeg gezonde voedingsstoffen binnenkrijgen?”

Meestal begint ze rond vier uur ’s middags met koken. Soms helpen de bewoners mee met het eten klaarmaken of met tafeldekken. „Al ligt het ook aan het eten dat op het menu staat. Als ik pasta kook, hebben ze geen idee wat er moet gebeuren.”

Karen vindt het leuk en dankbaar werk om te doen. „Ik kook graag en bovendien kan ik de verzorgenden wat werk uit handen nemen bij het avondeten. Niet alle bewoners kunnen zelf goed eten en het is best veel werk om iedereen in de gaten te houden.”

Spitsuur

Het avondeten is inderdaad vaak spitsuur op de groepen, zegt Helma van Dijk, teamcoach bij Pieter Pauw. Het verpleeghuis koos er onlangs bewust voor om weer zelfstandig te gaan koken, in plaats van te kiezen voor kant-en-klare maaltijden van bedrijven.

Voor alle dertien woningen van Pieter Pauw wordt er zeven dagen per week vers gekookt. „Dat heeft veel voordelen, maar het betekent ook extra werk voor de verzorgenden op de groepen”, zegt Van Dijk. „Die moeten tijdens het koken de pannen in de gaten houden en tegelijkertijd de bewoners niet uit het oog verliezen. Hulp van vrijwilligers komt dan goed uit.”

Mantelzorg

In maart begon het verpleeghuis met het werven van studenten om mee te komen helpen. „Daar kwamen veel reacties op. Gelukkig ontbreekt het in de omgeving niet aan studenten”, lacht Van Dijk. De vrijwilligerscoördinator van het verpleeghuis maakte een selectie en inmiddels helpen zo’n 5 vrijwilligers mee met het koken. „Elke student is verbonden aan een vaste woning. In overleg met de coördinator roosteren ze zichzelf in. Meehelpen is niet elke avond nodig, want er zijn ook mantelzorgers die komen koken. We hebben bijvoorbeeld een mantelzorger wiens vader al overleden is, maar die hier toch blijft koken omdat hij het fijn vindt om te blijven helpen.”

Het initiatief loopt nu een paar maanden en de teamcoach is heel tevreden. „Vrijwilligers zijn onmisbaar in de zorg. Ze zorgen voor extra gezelligheid op de groep en ze nemen verzorgenden werk uit handen.”

Tegelijkertijd hoopt Van Dijk dat studenten door het vrijwilligerswerk gemotiveerd worden om aan de slag te gaan in de ouderenzorg. „Het is een prachtig vak en we kunnen altijd nieuwe mensen gebruiken.”

Appelmoes

Op de groep is het avondeten ondertussen bijna klaar. Karen geeft een vork aan mevrouw Robbers. „Kijkt u maar of het rundvlees lekker gaar is.” Terwijl ze met een half oog de verrichtingen van de bewoner in de gaten houdt, gooit ze wat nootmuskaat bij de sperziebonen. „De geur doet me denken aan mijn oma.”

Als alle bewoners aan tafel zitten, schept Karen het eten op. „Hoeveel rostirondjes wilt u?” „Drie!” roept iemand enthousiast. Terwijl een verzorgende de appelmoes uit de koelkast pakt, giet meneer Van der Linden een deel van de inhoud van zijn waterglas op zijn bord. „Dat kan toch niet de bedoeling zijn!” roept mevrouw Robbers afkeurend. Gelukkig is het bord snel opgeruimd en kunnen de bewoners verder eten.

Vooral de bonen vallen in de smaak. Het rundvlees is wat taai –„Toch te lang opgestaan dus”–, maar met de nodige appelmoes erbij is het prima te eten. „Vriendelijk bedankt hoor”, zegt meneer Krieken glimlachend tegen Karen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer