Amnesty: In Darfur is verkrachting een oorlogswapen
De mensenrechtenorganisatie Amnesty International laakt maandag in een rapport de massale verkrachtingen in de Sudanese provincie Darfur.
Deze verkrachtingen zijn oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid, maar de internationale gemeenschap doet er te weinig tegen, stelt Amnesty International.
Ondanks de groeiende aandacht voor de humanitaire ramp die zich in Darfur afspeelt en de belofte van de regering om de Janjaweed-milities te ontwapenen, worden vrouwen en kinderen nog steeds niet beschermd, vindt Amnesty. In het rapport staan honderden getuigenissen. Daaruit maakt de organisatie op dat vrouwen en meisjes massaal worden verkracht, ontvoerd en ingezet als seksslaven. In vrijwel alle door Amnesty onderzochte aanvallen op dorpen was het regeringsleger direct betrokken bij dergelijke misdaden of er getuige van.
„Verkrachting heeft een verwoestend en blijvend effect op de gezondheid van vrouwen en meisjes”, stelt de organisatie. Dat heeft weer gevolgen voor de economische en sociale situatie in een gebied en dat maakt de slachtoffers extra kwetsbaar. „Vrouwen en meisjes worden aangevallen, niet alleen om de vrouwen te verlagen, maar ook om ze te vernederen, te straffen, te beheersen, bang te maken en te ontheemden, en om de gemeenschap waartoe ze behoren op zijn kop te zetten.”
Amnesty International wil dat alle betrokken partijen stoppen met verkrachtingen en deze praktijken ook publiekelijk veroordelen.