Kroongetuige „heeft niets aangedikt”
Peter la S. heeft twaalf jaar geleden in gesprekken met de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) van de recherche niet met de naam van Willem Holleeder geschermd om zijn waarde als kroongetuige op te vijzelen. Suggesties in die richting door Holleeders advocaat Sander Janssen wees hij donderdag van de hand.
De raadsman hield La S. fragmenten voor uit een handvol verklaringen die hij medio 2006 bij de CIE aflegde. Daarin legde La S. een directe relatie tussen Holleeder en liquidatieopdrachten. Later - al toen hij als kroongetuige aantrad in liquidatieproces Passage - kon hij zich daar niets meer van herinneren.
Donderdag zei La S. dat dat nog niet betekent, dat hij het niet heeft gezegd. „Een deel van de gesprekken met de CIE ging in de sfeer van ‘ouwe jongens krentenbrood’ en het zijn mensen die ik in de loop van de tijd ben gaan vertrouwen. Als de CIE stelt dat ik het heb gezegd, dan geloof ik dat.”
La S. vertelde de CIE onder meer dat zijn toenmalige kompaan Jesse R. (die later tot levenslang werd veroordeeld als huurmoordenaar) bij Holleeder aanklopte voor klussen. Die verwees hem naar de later eveneens tot levenslang veroordeelde Dino Soerel. Ook zou Holleeder in de aanloop naar de moord op Kees Houtman hebben gezegd dat hij „er nog één had” als het goed zou gaan.
„Ik signaleer dat deze getuige in die aanloopfase dingen heeft gezegd die wel op papier zijn gekomen, maar die hij zich later ineens niet meer weet te herinneren”, aldus Janssen. Tegen La S. zei hij het „opvallend” te vinden dat „u een heleboel wel kunt terughalen, maar een aantal zaken helemaal niet”.
La S. zei „duizend procent zeker” niets te hebben aangedikt. „Als ik kan verklaren over vijf, zes, zeven liquidaties, dan heb ik de naam van Holleeder echt niet nodig.”