Staat „aan de slag” na uitspraak emissiezaak
Moet de Nederlandse staat meer doen om de uitstoot van het broeikasgas CO2 in Nederland terug te dringen? Het gerechtshof in Den Haag heeft zich over die vraag gebogen. Dinsdag is de uitspraak in de hogerberoepszaak tussen klimaatorganisatie Urgenda en de staat.
Urgenda won in 2015 de rechtszaak; een uitspraak die historisch werd genoemd. De rechter oordeelde dat CO2-uitstoot klimaatverandering veroorzaakt en daarmee de zeespiegel en de voedselvoorziening bedreigt. „De overheid moet burgers hiertegen beschermen”, aldus het vonnis.
De staat ging in hoger beroep. Niet omdat klimaatveranderingen niet serieus worden genomen, benadrukte de landsadvocaat meerdere malen tijdens de zitting in mei dit jaar. „Maar omdat de rechtbank een beleidsmatige en politieke keuze heeft gemaakt.” De rechter hoort dat volgens hem niet te doen.
Urgenda had nog geprobeerd de staat van het hoger beroep af te houden. De organisatie had een snellere route aangeboden: het hof overslaan en meteen naar de Hoge Raad, de zogenaamde sprongcassatie. Het kabinet wees het voorstel af.
„Burgers en bedrijven zijn al aan de slag maar het kabinet trapt op de rem”, reageerde directeur Marjan Minnesma van Urgenda. „Door te kiezen voor jarenlang voortslepende procedures laat het kabinet zien dat het klimaatverandering komende jaren niet urgent vindt.”
Urgenda, een samentrekking van Urgente Agenda, is in 2007 opgericht door Jan Rotmans en Minnesma vanuit de Erasmus Universiteit Rotterdam en Drift, een onderzoeksinstituut voor energietransitie. De stichting wil Nederland samen met bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren duurzamer maken.
De uitspraak van 2015 trok veel internationale aandacht. Het was de eerste keer dat een staat werd opgedragen klimaatmaatregelen te nemen. De rechtbank bepaalde dat de Nederlandse staat de uitstoot van broeikasgassen eind 2020 met 25 procent moet hebben verminderd ten opzichte van 1990.
Na het historische vonnis is Urgenda vaak gevraagd om juristen en ngo’s in andere landen te adviseren over klimaatzaken in deze landen. „Deze zaken hebben als doel de klimaatverandering zo veel mogelijk te vertragen of te voorkomen”, meldt de stichting.
De behandeling van het beroep dat de staat instelde, was afgelopen voorjaar. „Nederland is naar verhouding een van de grootste uitstoters ter wereld”, aldus de advocaat van de klimaatorganisatie tijdens de zitting in het gerechtshof in Den Haag op 28 mei.
De landsadvocaat zei in zijn betoog dat Nederland al een ambitieus klimaatbeleid volgt. Maar volgens Urgenda staan Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk veel ambitieuzere emissiereductie in 2020 voor. Volgens Urgenda ligt op dit moment de uitstoot 13 procent lager dan in 1990, terwijl de rechter de staat een reductie van 25 procent heeft opgedragen. „Dat ligt ook nog eens op de lijn van de eigen ambitie van de regering van 49 procent reductie in 2030”, zegt Minnesma.
„Een positieve uitspraak betekent dat de regering niet langer de zaken voor zich uit kan schuiven en nu echt aan de slag moet. Er wordt veel over maatregelen gepraat, maar ondertussen zijn de emissies al zes jaar lang niet gedaald”, aldus Minnesma. Volgens haar zijn de rapporten over wat er moet gebeuren om die 25 procent in 2020 te halen in 2015 al geschreven. „Die moeten nu gewoon uitgevoerd worden.”
De uitspraak van dinsdag is via de livestream van het gerechtshof Den Haag te volgen.