Van Vollenhoven: Bedrijf weegt veiligheid vaak af tegen kosten
Bedrijven en organisaties wegen veiligheid vaak af tegen economische belangen, stelt prof. mr. Pieter van Vollenhoven. „Gesjoemel loont veelal. Dat werkt oneerlijke concurrentie in de hand.”
Van Vollenhoven, voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid, sprak donderdag in Veenendaal op een bijeenkomst over veiligheid van machines. Die was georganiseerd door ESV Technisch Adviesbureau uit Barneveld.
Bedrijven en organisaties zien veiligheid volgens hem te veel als een synoniem voor risicomanagement. „Er wordt gediscussieerd hoe vaak een risico zich voordoet en al snel wordt er gezegd: Als we dat allemaal moeten gaan betalen, prijzen we onszelf de markt uit.”
Van Vollenhoven, oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, signaleert een „onbalans” in de samenleving als het om veiligheid gaat. Was veiligheid eerder een kerntaak van de overheid, de verantwoordelijkheid daarvoor wordt nu gedeeld met burgers, ondernemingen en organisaties, zo schetste hij. „De overheid wil niet betuttelend zijn en laat veiligheid daarom veelal over aan de professionaliteit van sectoren zelf. Daardoor is er minder officiële wetgeving, terwijl voorschriften die het bedrijfsleven zelf opstelt wel veel regelen, maar niet bindend zijn en zich bovendien onttrekken aan het toezicht van de overheid.”
Diezelfde overheid bezuinigt ook nog eens op controles. „Door gebrek aan toezicht gaan mensen zich niet meer houden aan de wettelijke regels. Veiligheid kan zo een soort casinospel worden: het kan goed of slecht gaan. Dat loopt soms jaren zo door. Onderzoeken tonen aan dat gesjoemel op de werkvloer vaak volledig bekend is, maar niemand durft dat aan te kaarten, want: Als het je niet bevalt, is daar het gat van de deur.”
Spaceshuttle
Als voorbeeld noemde Van Vollenhoven de explosie van de spaceshuttle Challenger in 1986. „Het verhelpen van lekkages bij de sluitringen (naar later bleek de oorzaak van de ramp, JK) zou een zeer kostbare operatie worden en het lanceerschema aanzienlijk vertragen. En: er was nog nooit iets gebeurd. Van harte steun ik de zelfregulering, omdat de overheid alleen de veiligheid niet kan garanderen. Maar dan moet er wel goede controle zijn dat iedereen zich aan de regels houdt.”
In Veenendaal herhaalde Van Vollenhoven zijn pleidooi van afgelopen zomer voor een onafhankelijke veiligheidsautoriteit. Die zou in alle sectoren van de samenleving moeten kunnen ingrijpen als de veiligheid in het gedrang komt. Zo’n kritische waakhond ziet erop toe dat „er niet wordt gesjoemeld met de regels” en dat aanbevelingen en waarschuwingen in onderzoeksrapporten na grote rampen en ongelukken ook daadwerkelijk ter harte worden genomen.
De veiligheidsautoriteit moet echt onafhankelijk zijn, aldus Van Vollenhoven. „Veel toezichthouders zijn nu toch een verlengstuk van de overheid. Ze noemen zich wel onafhankelijk, maar dat zijn ze helemaal niet. Een minister kan zeggen: Dat gaan we mooi niet doen.”
Theorie
ESV Technisch Adviesbureau, dat 25 jaar bestaat, is gespecialiseerd in veiligheid van machines. Directeur Hanswillem Wilbrink en oprichter Bert Stap vinden dat de aandacht te vaak naar de theorie gaat. „Er wordt gestreefd naar sluitende technische dossiers. De focus ligt op allerlei wettelijke aansprakelijkheden, maar de vraag is of complete dossiers wel resulteren in veilige machines”, aldus Wilbrink.
Machines zijn bedoeld om mee te werken, veiligheidsmaatregelen moeten volgens ESV dan ook vooral praktisch werkbaar zijn.