„Leerlingen lijden onder toenemende werkdruk op school”
Jongeren ervaren steeds meer werkdruk op school. „Ze zijn terechtgekomen in een systeem waarin ze aan hoge verwachtingen moeten voldoen.”
Het is een van de meest opvallende conclusies van een lijvig rapport van de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP): ruim 35 procent van de middelbare scholieren ervaart druk door schoolwerk. In 2001 was dit nog 16 procent van de jongeren.
Woensdag werden de resultaten van de studie naar Nederlandse jongeren overhandigd aan staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid. Sinds 2001 wordt het zogenoemde HBSC-onderzoek iedere vier jaar uitgevoerd onder 8000 jongeren van 11 tot 16 jaar.
Het onderzoek brengt het welzijn en de gezondheid van jongeren in kaart. Daarbij werd studie gedaan naar verschillende gebieden als alcoholgebruik, schoolbeleving en activiteit op sociale media. Over het algemeen luidt de conclusie dat jongeren blij en gelukkig zijn met hun sociale relaties. Tegelijk wijst het rapport verschillende zorgelijke ontwikkelingen aan. Een daarvan is de toenemende werkdruk onder scholieren.
„Het begint al op de basisschool”, zegt Simone de Roos van het SCP. „Ook onder de leerlingen van groep 8 die we ondervraagd hebben, zien we een verdubbeling in het ervaren van werkdruk.”
De Roos is voorzichtig in het aanwijzen van oorzaken. „Je zou kunnen denken aan de prestatiedruk vanuit ouders. Ze willen graag een zo hoog mogelijke opleiding voor hun kind, minimaal havo zodat hun positie beter wordt. Ook de eisen vanuit scholen zijn steeds hoger geworden.”
Peter de Vries herkent het beeld van een toenemende druk op scholieren. De Vries werkt als adviseur bij het onderwijsadviesbureau CPS (dat overgenomen wordt door Driestar Educatief) en werkt aan een promotieonderzoek over het thema ouders en school. „Ik las het onderzoek vanochtend aan tafel en zei tegen mijn dochter: „Je bent niet de enige die klaagt.””
Volgens De Vries ligt een oorzaak in het onderwijssysteem, waarin steeds meer druk bij kinderen wordt neergelegd. „Ik zie kinderen eronder lijden. Cijfers en prestaties zijn leidend geworden. Een vader vertelde dat hij op het consultatiebureau te horen had gekregen dat zijn kind achterliep ten opzichte van 90 procent van de andere kinderen. Daar begint de druk al. Ook ouders gaan erin mee.”
De Vries wijst op de mogelijkheden voor ouders om online de prestaties van hun kinderen te volgen. „Onze kinderen zijn bol.com-pakketjes geworden. Je kunt van moment tot moment volgen hoe het gaat met je kind. Ouders krijgen een pushbericht op hun telefoon dat er een cijfer aankomt. Vroeger had je nog pubergeheimen; je doseerde wanneer je slechte cijfers vertelde aan je ouders. Nu komt het cijfer eerder thuis dan het kind.”
Opvallend in het onderzoek is dat psychische problemen van scholieren niet zijn toegenomen. De onderzoekers noemen als mogelijke verklaring dat de jongeren aangeven een betere relatie met hun ouders te hebben. De Vries sluit zich daarbij aan: „Ouders moeten een coach en pleitbezorger zijn voor hun kind. Spreek met hen hierover. Zelf hebben wij de code van ons volgsysteem weggegooid. Als we erin willen kijken, laat onze dochter het ons zien. We hebben met haar afgesproken dat we geen onaangename verrassingen krijgen.”
Belangrijkste SCP-conclusies
Ruim 35 procent van de scholieren ervaart werkdruk door schoolwerk, maar psychische prolemen zijn niet toegenomen.
Jongeren zijn positiever over de relatie met hun ouders.
Het pestgedrag op scholen is afgenomen.
De jarenlange daling in het alcoholgebruik is gestopt; bijna de helft van de 15- en 16-jarigen drinkt fors.
Meer dan 30 procent van de middelbare scholieren heeft de hele dag contact met anderen via sociale media.
Vooral jongens gamen vaker problematisch veel: 7 procent, tegenover 1 procent bij de meisjes.