Sloop Boezemsingelkerk Rotterdam van start
In Rotterdam is maandag de sloop van de Boezemsingelkerk gestart. Een historisch gebouw, waar in 1907 het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten ontstond.
Terwijl een kraan met donderend geraas het ene stuk muur na het andere omver haalt, staat overbuurman M. P. van der Brugge rustig te kijken naar de sloopwerkzaamheden. De 81-jarige Rotterdammer woont al 53 jaar tegenover het kerkgebouw aan de Boezemsingel. Al is hij er in al die jaren nooit binnen geweest –„ik ben niet gelovig”–, toch zal hij zijn uitzicht missen.
De uit 1901 daterende Boezemsingelkerk wordt afgebroken omdat het aantal kerkgangers in veertig jaar tijd terugliep van zo’n 2000 naar ongeveer 70 mensen. Belangrijkste oorzaak is de trek van de stadsbevolking naar de omliggende gemeenten.
De Boezemsingelkerk had een belangrijke functie in de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeenten. In oktober 1907 hielden de kruisgemeenten en Ledeboeriaanse gemeenten in dit kerkgebouw hun eerste algemene vergadering, nadat ze eerder besloten hadden om zich te verenigen tot de Gereformeerde Gemeenten. Bekende predikanten die verbonden waren aan de kerk waren onder anderen ds. G. H. Kersten en ds. A. Vergunst.
Zodra de sloop is afgerond, wordt er een begin gemaakt met de uitbreiding van de naastgelegen Theologische School. Op de plaats van het kerkgebouw komen enkele vergaderkamers, een ruimte voor een kerkelijk documentatiecentrum en een kleine kerkzaal. Doordeweeks kunnen studenten daar proefpreken houden. Op zondag zal de gereformeerde gemeente van Rotterdam-Centrum er samenkomen.
Zwart
Van der Brugge zag de omgeving van de Boezemsingel in een halve eeuw tijd sterk veranderen. „Toen ik hier net woonde zag het op zondag zwart van de mensen. Letterlijk. Dat veranderde in de loop van de jaren. Het aantal kerkgangers liep terug en ook het zwart ging er af. Na de mensen verdwijnt nu ook de kerk.”
Voor Leen de Groot (53) is de Boezemsingelkerk de „zesde of zevende kerk” die hij sloopt. De rijk getatoeëerde kraanmachinist –„35 jaar ervaring”– nam de afgelopen weken al even een kijkje in het gebouw om een plan van aanpak te maken. „Het lastige is dat van de gemeente Rotterdam de toren moet blijven staan. Daardoor kun je met de kraan moeilijk bij de kerk komen. Dinsdag pak ik eerst het dak aan en vervolgens van links af de muren. Eind volgende week zit mijn werk er op. Een collega met een kleinere kraan gaat helpen bij het afvoeren van het puin.”
De Groot sleutelt de hydraulische leidingen vast waarmee de grijper aan de kraan is vastgezet. Daarna start hij het gevaarte weer op. Niet veel later worden stukken puin van de eerder neergehaalde voorgevel in de kruipruimte gedumpt. Daardoor ontstaat er een stevige ondergrond voor wanneer de kraan verder de kerk in moet rijden.
Bijbaantje
Vanaf het balkon van de woning naast de kerk slaan de broers Patrick (18) en Marvin (16) Bal de sloopwerkzaamheden gade. Marvin wijst op een luik in de kerktoren. „Daarvandaan kon je tussen de kap van het kerkgebouw en het plafond komen. Zo af en toe was dat nodig om lampen te vervangen.”
De broers hielpen hun vader –voorheen koster van de kerk– regelmatig. Patrick: „Ik maakte het interieur schoon. Stofzuigen, ramen wassen, dat soort dingen.” Hoewel ze zijn opgegroeid met de kerk is het duo niet ondersteboven van de sloop van het gebouw. Marvin: „Het is niet anders, er kwamen ’s zondags nog maar weinig mensen.” Ondertussen trekt De Groot met zijn kraan met veel kabaal het stalen hek uit de grond dat tijdens de nachtelijke uren ongewenste bezoekers moest weren.
„Ik heb hier vijftig jaar gekerkt”, zegt een man –„mijn naam hoeft niet in de krant”– die vanaf de stoep de sloopwerkzaamheden bekijkt. „Vanmorgen vroeg ben ik hier ook al even geweest. Toen was er een gat in de voorgevel gemaakt. Nu is op de toren na de hele voorgevel uit 1963 al verdwenen. Helaas mét het kunstwerk van de zaaier, dat boven de ingang zat. Dat was niet te redden, het maakte deel uit van de betonconstructie.” De Rotterdammer was aanwezig bij de laatste dienst in de kerk, op 1 juli. „Tijdens de slotzang is de kanselbijbel gesloten. Een indrukwekkend moment. Het gebouw is er straks niet meer, maar het Woord blijft.”