Het hof acht O. medeplichtig aan de moord op Romy van Buuren in 1997. Romy was het 1-jarige dochtertje van Özgürs in 1998 overleden broer Okan en Marion van Buuren. Moeder en dochter uit Bergen stonden ruim vijf jaar lang te boek als vermist. Op aanwijzing van O. trof de politie hun stoffelijke overschotten eind juli 2002 aan in het duingebied tussen Bergen en Egmond.

Aanvankelijk gold O., die zijn verhaal uit wroeging opbiechtte aan de ouders van Marion van Buuren, voor politie en justitie als getuige. Dat veranderde toen bleek dat hij verschillende verklaringen had afgelegd.

Het hof sprak O. vrij van eventuele betrokkenheid bij de dood van Marion en medeplegen van moord op Romy. Het hof rekende het de man zwaar aan dat hij geen poging heeft gedaan een weerloos kind te beschermen tegen zijn broer. O. heeft zijn broer, van wie hij wist dat het een agressief mens was, alle mogelijkheden geboden zijn kind om te brengen, oordeelde het hof.

Dat is overigens van mening dat Okan O. opzettelijk en met voorbedachten rade Romy om het leven heeft gebracht. O. stierf in mei 1998 in een gevangenisziekenhuis aan de gevolgen van kanker zonder ooit een woord te hebben losgelaten over de verdwijning van Marion en Romy.

Het hof noemde het teleurstellend dat Özgür O. bij de ouders en de politie tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en daarmee de ouders van Marion in diskrediet heeft gebracht. Aan de andere kant is er rekening gehouden met de lastige positie waarin O. zich bevond, omdat Okan op het moment van het misdrijf volgens de Turkse cultuur gezinshoofd was. En ook pleit voor hem dat hij uiteindelijk met de waarheid naar buiten is gekomen, hoewel hij daar lang mee heeft gewacht.

C. Veraart, advocaat van de familie Van Buuren, zei namens de ouders dat er recht is gedaan en dat ze deze verschrikkelijke gebeurtenis kunnen afsluiten. De raadsman van O., G. Hamer, zei na de uitspraak in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. In afwachting hiervan blijft O. voorlopig op vrije voeten.