Altijd twee handen aan het stuur
Bellen in de auto? Prima, maar dan wel met beide handen aan het stuur of -nog veel beter- in rust op een parkeerplaats. En wie zich afvraagt hoe minister Netelenbos van Verkeer aan een boetebedrag komt van 138 euro voor bellen met de hand: „Dat is de gemiddelde prijs van een carkit.”
Twee mislukte voorlichtingscampagnes, een initiatiefwetsvoorstel van PvdA en CDA, en naar schatting veertig doden en 400 gewonden per jaar hebben ook de minister ervan overtuigd dat een verbod op handmatig bellen in de auto onontkoombaar is. Aan het eind van de maand gaat de maatregel in: vanaf 30 maart is één hand aan het stuur en één aan de telefoon, net als in veel omringende landen, niet langer toegestaan. „Als je niet belt met je handen is er niets aan de hand”, aldus Netelenbos. „We zetten positief in.”
Onderzoek toont aan dat het gebruik van de mobiele telefoon in het verkeer veel brokken veroorzaakt. Maar ook zonder ongelukken is het schadelijk: weggebruikers slaat de schrik om het hart van de onverhoedse bewegingen die een andere auto soms zomaar maakt. De bestuurder heeft nog maar één hand beschikbaar om zijn voertuig te bedienen, maar het bellen leidt ook zijn gedachten te veel af. De rijtaak is te ingewikkeld om er veel bij te kunnen doen, zeggen oude en recente verkeersveiligheidsstudies.
De wetswijziging houdt in dat het voor alle bestuurders van motorvoertuigen verboden is tijdens het rijden -zelfs al is het in een nagenoeg stilstaande file- een telefoon vast te houden. Dit om te voorkomen dat een overtreder bij aanhouding volhoudt dat hij „toch echt niet aan het bellen was, maar alleen het apparaatje vasthield. Ik ken de Nederlanders.” Het vasthouden aan het oor of tussen hoofd en schouder is ook heel simpel vast te stellen door de verkeershandhaver. Hij hoeft niets anders te doen dan de overtreder staande te houden en de bon uit te schrijven. Sms’en, wappen en mobiel internetten onder het rijden vallen eveneens onder het verbod.
Politiemensen hebben een scherp oog als het gaat om slingerende automobilisten met een telefoon aan het oor. Dat de opmerkingsgave van de politie redelijk is, mag blijken uit het cijfer dat woordvoerder J. Bennink van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) paraat heeft voor bekeuringen voor het rijden zonder gordel. In 2001 kregen maar liefst 235.000 mensen daarvoor een boete.
Hoewel zijn organisatie geen extra geld krijgt voor handhaving van het nieuwe wetsartikel, is Bennink niet bang dat het belverbod een papieren tijger zal blijken te zijn. Volgens hem kan de controle gemakkelijk binnen de gewone surveillance plaatshebben. Wie handmatig belt en ook nog slingert, krijgt er nog eens een douw van 200 euro of iets meer bij, „maar in dat geval bepaalt de officier van justitie het totale bedrag.”
Wanneer iemand tegenwerpt dat het opsteken van een sigaret, het verwisselen van een cd of het intoetsen van een nummer net zo goed gevaarlijk kan zijn als handmatig bellen, heeft hij helemaal gelijk, zegt Netelenbos. De minister beklemtoont daarom nog maar eens dat het beter is om helemaal niet te bellen op de weg. Zij roept de weggebruikers op om zich zo veilig mogelijk te gedragen. „De parkeerplaats is echt het meest ideaal.”
Fietsers zijn vooralsnog uitgezonderd van het belverbod, vanwege hun geringe gewicht en lage snelheid. Overigens kunnen fietsende ”bel-hamels” op grond van een andere wetsbepaling wel worden veroordeeld als zij door hun gedrag gevaarlijk zijn voor een ander. Netelenbos kondigt aan dat zij de bellende fietsers in de gaten wil houden om, zo nodig, straks toch in te grijpen en de regel ook aan hen op te leggen.
De goedgebekte zakelijke beller met een apparaat aan zijn oor zal na 30 maart niet tegen de verbaliserende agent kunnen zeggen dat hij niet op de hoogte is van de maatregel. Verkeer en Waterstaat trekt 700.000 euro uit voor de voorlichting. Billboards, spotjes op radio en televisie, artikelen in huis-aan-huisbladen en de eigen website van het ministerie (www.verkeerenwaterstaat.nl) brengen alle burgers op de hoogte.
(
De minister greep dinsdag meteen ook even de gelegenheid aan om haar hart te luchten over de transportsector. Ze is boos op de branche, want ondanks goede afspraken met de vrachtvervoerders en een tegemoetkoming voor de aanschaf van de voorzieningen hebben nog lang niet alle vrachtauto’s een dodehoekspiegel of -camera. „Die spiegel kost evenveel als een tankbeurt en wordt ook nog eens door mij gesubsidieerd.” Netelenbos noemt het „pure hufterigheid” van de sector dat nog steeds slechts 25 procent van de vrachtauto’s zo’n spiegel of camera heeft.
Weliswaar geldt vanaf volgend jaar een richtlijn van de Europese Unie die de voorziening voorschrijft voor nieuwe vrachtauto’s, maar Netelenbos wil er ook de bestaande trucks mee uitrusten. Desnoods wil zij dit binnenkort op eigen houtje gaan regelen, zegt ze, onafhankelijk van Brussel. Strijdbaar: „We zien dan wel waar het schip strandt.”
De zogenaamde ”dode hoek” van vrachtauto’s -naast de wagen aan de rechterkant- kostte de jaren door al vele tientallen, meestal kwetsbare verkeersdeelnemers, het leven. „Iedere dode en iedere gewonde is er een te veel”, aldus de vergramde minister. Sancties voert ze ondertussen al uit. „Een bedrijf dat geen spiegels heeft, krijgt van mijn ministerie geen opdrachten meer. En ik ga provincies en gemeente aanraden datzelfde te doen. Als ze niet vrijwillig meewerken, dan zullen we het afdwingen.”