Uitgekookt plan redt goed voornemen
Vakantie doet iets met mensen. De overgang van de rust naar het drukke werkleven ervaren velen als zwaar. Om het vakantiegevoel vast te houden, formuleren we goede voornemens. Minder op de mobiel, meer aandacht voor familie, vaker nee zeggen. Hoe zorgen we ervoor dat deze voornemens slagen?
„Goede voornemens gaan helemaal terug naar de kindertijd”, zegt psycholoog Jeffrey Wijnberg. „Aan het eind van het schooljaar kijkt een kind zijn schoolschrift door, en is het ontevreden over zijn handschrift. Volgend jaar ga ik netter schrijven, denkt zo’n leerling. De eerste twee pagina’s in het nieuwe schooljaar lijken nog wel aardig, maar daarna vervalt het kind snel weer in hetzelfde stramien.”
Volgens Wijnberg, tevens actief als columnist bij De Telegraaf, herhaalt dit patroon zich bij volwassenen. „Iedereen streeft er op de een of andere manier naar om beter voor de dag te komen. Maar er is zelfdiscipline nodig om echt iets te veranderen. En daar ontbreekt het helaas maar al te vaak aan.”
Bij veel mensen komt het goede voornemen niet veel verder dan een matig gegooid papieren vliegtuigje. Dat wijt Wijnberg aan het feit dat de ideeën vaak „te vaag en te groot” zijn. „Veel mensen zeggen bijvoorbeeld: Ik moet gezonder eten. Dat klinkt heel mooi, maar is veel te abstract. Betekent dit dan wel of geen koekje bij de koffie? We zijn niet specifiek genoeg.”
Wijnberg ziet het gebrek aan een concreet plan als een van de redenen dat goede voornemens falen. „Veel mensen hebben geen goed uitgedacht idee. Als je naar de bank gaat om een eigen zaak te starten, heb je daarvoor ook een ondernemingsplan nodig.”
De vakantie lijkt, net als de jaarwisseling, een mooi kantelmoment. „Nieuwe ronde, nieuwe kansen, denken mensen dan vaak.” Maar volgens de ervaren psycholoog is er niet zoiets als een goed moment. „Het is wel begrijpelijk dat mensen na de zomervakantie met nieuwe ideeën komen. Je kunt in de rustperiode nadenken en je gedrag overzien. Bovendien heb je meer mogelijkheden tot intensieve gesprekken met je partner, je kunt niet ontsnappen.”
Geweten
Doordat mensen op hun vakantieadres veel tijd met elkaar doorbrengen, gaan ze reflecteren op elkaars gedrag. „Een vrouw zegt bijvoorbeeld tegen haar man: Zou je niet eens wat meer aandacht aan de kinderen besteden, net zoals je nu op vakantie doet?”
Op de achtergrond speelt het geweten een rol, denkt de Groninger. „Dat drukt mensen op het hart dat ze beter kunnen dan ze tot nu toe hebben laten zien. Daar voelen ze zich schuldig over. Uit dit schuldgevoel vloeit vervolgens een goed voornemen.”
Wijnberg studeerde ooit af in de klinische psychologie en werkt inmiddels 41 jaar in zijn eigen praktijk in Groningen. Daar zijn cliënten die met hoogdravende goede voornemens komen volgens hem schering en inslag. „Vorige week zei iemand: Ik heb al langer het idee dat ik graag wat assertiever zou willen zijn. Ik zei: Leuk bedacht, wat is het idee? Hij keek me heel bevreemd aan: Oh, moet ik daar een plan voor hebben?”
Goed gevoel
Het keer op keer mislukken van de goede voornemens weerhoudt het gros van de mensen er niet van om ze elk jaar weer te formuleren. De Groningse psycholoog legt uit hoe dit volgens hem komt. „Het gaat bij goede voornemens om het koesteren van een bepaald verlangen. Dat op zich geeft mensen al een goed gevoel. We voelen ons al beter wanneer we een goed voornemen hebben bedacht, zelfs zonder dat we het uitvoeren.”
Zo slagen verbeteringsplannen wél
Maak het voornemen concreet. Dus niet: ik moet gezonder eten, maar: ik drink vanaf vandaag koffie zonder suiker.
Splits het voornemen uit in kleine stappen. Eerst geen suiker in de koffie, daarna ook niet meer in de thee.
Maak een concreet stappenplan en hang dit op een zichtbare plek.
Controleer van tijd tot tijd de voortgang van het goede voornemen.
Accepteer dat de uitvoering van het goede voornemen moeite kost. Motivatie, zelfdiscipline en doorzettingsvermogen zijn onmisbaar.