Ds. J. P. Nap: Trouw van God heeft me het meest geraakt
Hij was nog maar 26 jaar oud toen hij in zijn eerste gemeente in het ambt bevestigd werd. Afgelopen april ging ds. J. P. Nap (66) met emeritaat en nam hij afscheid van de hervormde gemeente van Lunteren. Maandag was hij veertig jaar predikant. „Je krijgt het predikant-zijn nooit echt in de vingers, je moet altijd weer van het gegevene leven.”
Brede stralen zonlicht vallen de woonkamer van het hoekhuis binnen. Ds. Nap zit ontspannen op een van de barokke stoelen. Het echtpaar Nap verhuisde een paar maanden geleden naar Hoevelaken. „We wilden echt alles loslaten, dus het leek ons beter om niet in een van de gemeenten te gaan wonen waar ik gestaan heb. Je wilt je opvolger niet in de weg lopen”, aldus de predikant.
Paulus
Ds. Nap groeide op in Amersfoort. Na zijn studie theologie in Utrecht nam hij het beroep aan naar de hervormde gemeente van Nederlangbroek. „Ik verbaas me nog steeds over hoe we daar als 26-jarigen geaccepteerd werden”, blikt de predikant terug. „We kregen ontzettend veel vertrouwen.” Soms was het ook lastig, geeft hij aan. „Als je dan in de preek iets zei over het gezinsleven kreeg je soms de kritiek dat je daar vanwege een gebrek aan ervaring te makkelijk over praatte. Maar ja, Paulus heeft ook geschreven over het huwelijk, en hij was niet eens getrouwd!” In de vorige eeuw had het ambt nog wel veel meer gezag, stelt de predikant. „Nu speelt kwaliteit een veel grotere rol. Je moet het vak van predikant verstaan om geaccepteerd te worden.”
De overstap naar zijn tweede gemeente, in Huizen, was groot, aldus ds. Nap. „Huizen zelf groeide, maar de kerken waren aan het krimpen; dat is een moeilijk gegeven als je in een nieuwe gemeente komt. Ook het geloof werd er anders beleefd dan in Nederlangbroek. Daar waren mensen heel terughoudend en gesloten, maar in Huizen hadden de kerkgangers vaak het hart op de tong. De nadruk lag daar ook meer op de beleving van het geloof.” Ds. Nap blikt terug op een mooie tijd in deze gemeente. „Er was hartelijk meeleven en veel aandacht voor de prediking.”
In 1990 nam de predikant een beroep aan naar de gemeente van Barneveld. „Daar kwamen we in de opbouwfase binnen: de hervormde gemeente was daar net uitgebreid met een vijfde predikantsplaats. Mij werd gevraagd om de nieuwe wijkgemeente in De Vaarst op te bouwen. In mijn intrededienst heb ik gepreekt over de tekst waarin Christus zegt: „Ik zal Mijn gemeente bouwen.” Ik dacht: dat kan ik helemaal niet zelf, daar heb ik God voor nodig.” In afhankelijkheid begon ds. Nap met het werk in Barneveld. „We konden daar echt de diepte in, zowel wat betreft de preken als in de Bijbelstudie.”
Zeven jaar later vertrok hij weer naar een heel andere gemeente: hij nam een beroep aan naar Zeist. „Toen belandden we van een groeiende gemeente juist in een krimpende gemeente”, aldus de predikant. „We zijn teruggegaan van 7,5 predikantsplaats naar 5,5, een groot verschil met het opbouwwerk in Barneveld.”
In 2006 kwam het predikantsgezin terecht in Lunteren, twee jaar na de scheuring die zich had voltrokken in de Nederlandse Hervormde Kerk in verband met het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland. Het grootste deel van de gemeente sloot zich aan bij de Hersteld Hervormde Kerk. „Ik ging er eigenlijk heen zonder plan de campagne, mijn gedachte was: ik ga eerst maar gewoon naar de mensen thuis, om naar hun verhalen te luisteren. Dat bleek heel belangrijk te zijn voor de onderlinge band.”
Talenten
Het pastorale werk ligt de predikant wel, al wil hij dat liever niet over zichzelf zeggen. „Ik zou het niet over talenten willen hebben. Onze bekwaamheid is uit God, zei Paulus; dat is voor mij het punt. Natuurlijk moet je wel bepaalde vaardigheden hebben, maar ook die krijg je van God.” Glimlachend: „Als je iets fout doet, dan doe je dat wel zelf, natuurlijk. Dat is niet uit God.”
Na twaalf jaar predikant in hervormd Lunteren te zijn geweest, brak voor ds. Nap het jaar aan waarin hij met emeritaat zou gaan. „In het laatste winterseizoen dringt ineens tot je door dat je alles in de gemeente voor het laatst doet, je laatste bezoek, je laatste catechisatieles.” Toch vond hij het niet erg om met emeritaat te gaan. „Je weet de datum ruim anderhalf jaar van tevoren, dus je groeit ernaartoe. Nu is de druk eraf en dat is bij tijden ook wel heel goed.” Hij blijft preken, en hoopt na de vakantie ook catechisatie te gaan geven in hervormd Hoevelaken. „Elke predikant is een allrounder; toch had preken mijn voorkeur. Maar dan wel in wisselwerking met het pastorale werk. Als je op zondag dingen in de preek terug laat komen die op catechisatie zijn genoemd, betrek je jongeren bij de preek. Die verhouding tussen preek en pastoraat is voor mij heel belangrijk.”
Trouw
Ook de steun van zijn vrouw was van groot belang. „Dat mag je er ook bij zetten, hoor”, benadrukt de predikant. „Mijn vrouw is heel spontaan. Dat wat ik niet heb, vult zij aan. Dan kan ik gewoon mezelf blijven, een beetje ingetogen. Ze heeft me alle ruimte gegeven die ik nodig had voor het ambtelijk werk.”
Terugkijkend op de veertig jaar zegt ds. Nap: „Wat me het meest heeft geraakt, is de trouw van God.” Hij pakt zijn eigen doopkaart erbij. „De doop maakt niet zalig, dat weet ik ook wel, maar wijst naar die altijd blijvende trouw van God. Daar moeten we het van hebben.”
Ds. J. P. Nap
Jan Paul Nap wordt geboren op 16 april 1952 in Utrecht. Hij studeert theologie in zijn geboorteplaats en wordt in 1978 hervormd predikant in Nederlangbroek. Daarna is hij respectievelijk verbonden aan de gemeentes van Huizen (1983), Barneveld (1990), Zeist (1997) en Lunteren (2006). Ds. Nap ging in april met emeritaat. Het echtpaar woont sinds kort in Hoevelaken.