Ex-drugshandelaar wil Endstra’s laten lijden
„Ik wil hem pijn laten lijden, net als hij mij. Hij heeft mijn leven verkankerd, natuurlijk wil ik een schadevergoeding.” Dat zei voormalig xtc-handelaar Ronald van Essen woensdag aan het slot van een procedure bij het gerechtshof in Amsterdam tegen de de erfgenamen van de in 2004 geliquideerde vastgoedbaron Willem Endstra.
In die procedure wil Van Essen een voorlopig getuigenverhoor bewerkstelligd krijgen. Van Essen zegt dat hij miljoenen - deels verdiend met de handel in xtc - bij Endstra heeft geïnvesteerd. Dat geld wil hij terug, maar de erven geven niet thuis en menen dat de vordering van Van Essen elke grond mist.
Aan de hand van het voorlopig getuigenverhoor wil Van Essen hardmaken dat hij recht heeft op zijn miljoenen. De rechtbank wees het verzoek eerder af, het hof beoordeelt de kwestie in hoger beroep.
Van Essen werd eind 1999 door zijn hoofd geschoten en raakte daardoor zwaar invalide. Hij is ervan overtuigd dat Willem Endstra en zijn broer Haico achter die aanslag hebben gezeten. Willem Endstra gold als ‘bankier van de onderwereld’ - ettelijke vermogende criminelen belegden miljoenen bij hem. Willem Holleeder wordt ervan verdacht dat hij opdracht heeft gegeven voor de liquidatie van Endstra en staat daar momenteel voor terecht.
De advocaten van de erven Endstra en de vereffenaar vinden dat het hof, in navolging de rechtbank, het verzoek van Van Essen moet afwijzen. Het gaat om crimineel geld, dat niet in een juridische procedure valt op te eisen, stellen zij. Daarbij is de vordering, die Van Essen zegt te hebben, verjaard.
Van Essen meent dat hij wegens zijn invaliditeit niet eerder in staat is geweest voor zijn belangen op te komen. Ook zegt hij dat hij legaal verdiend geld bij Endstra heeft belegd. Begin jaren negentig maakte Van Essen deel uit van een bende die honderden miljoenen omzette met de internationale handel in xtc.
Het hof streeft er naar op 4 september uitspraak te doen.