Een landgoedeigenaar wist de bouw van die rotonde stil te leggen omdat de rotonde te hoog lag volgens een uit 1938 daterende erfdienstbaarheid, oordeelde de voorzieningenrechter op 1 juni. De provincie stapte vervolgens naar de civiele rechter en klaagde daar over misbruik van recht door de eigenaar. Er bestaat immers geen uitzicht vanuit het landgoed op de rotonde.

Deze rechter hield de provincie voor dat er sprake is van zulk misbruik, als de provincie voldoende geld biedt ter compensatie. Dat deed de provincie, maar de eigenaar wilde meer. De provincie stapte daarom opnieuw naar de voorzieningenrechter. Die oordeelt nu dat de provincie voldoende geld heeft geboden en er nu dus sprake is van misbruik van recht. De bouw mag doorgaan.

Toch houdt de rechter een slag om de arm. De eigenaar ging namelijk in hoger beroep tegen de uitspraak van de tweede rechter, de civiele rechter. Als in dat hoger beroep wordt bepaald dat de erfdienstbaarheid onaantastbaar is, „kan dat er uiteindelijk toe leiden dat de (turbo)rotonde moet worden verwijderd of gewijzigd”, aldus de voorzieningenrechter in zijn uitspraak vrijdag. Het hoger beroep dient op 28 augustus.

De voorzieningenrechter wachtte dat hoger beroep niet af en deed vrijdag toch uitspraak vanwege de zwaarwegende belangen van de provincie en aannemer Boskalis. De aannemer mag de werkzaamheden weliswaar hervatten. Maar „de voorzieningenrechter wijst Boskalis erop dat zolang de omgevingsvergunning niet onaantastbaar is, zij op eigen risico hiervan gebruik maakt”, aldus het vonnis.