De hoogste straf van zestien jaar zou moeten worden opgelegd aan de 52–jarige C. de J. uit Zaanstad. Volgens officier van justitie J. de Vries wordt hij als een belanrijke „speler in de internationale cocaïnehandel" gezien.

In de zomer van 2002 voerde de Colombiaans–Nederlands–Surinaamse bende partijen van 400 en 3000 kilo in. De drugs waren verstopt tussen bananen in twee containers. Die containers werden door de Colombiaanse vrachtboot Royal Klipper gelost in de haven van Antwerpen in België.

De container met 3000 cocaïne werd op weg naar Nederland onderschept, maar met het oprollen van de bende moest nog worden gewacht. Dat gebeurde pas na de vondst van nog eens 400 kilo in de Rotterdamse haven juni vorig jaar. Ook zou nog sprake zijn van diverse XTC–transporten naar onder meer de Verenigde Staten, waar de hoofdverdachte en enkele anderen aan mee zouden hebben gedaan.

Maandag, op de eerste dag van het proces werden celstraffen van een halfjaar tot zes jaar geëist tegen vijf medeverdachten. De aanklaagster sprak toen al over „een van de grootste drugszaken van de afgelopen jaren".

De cocaïnesmokkel speelde zich af in de fruitbranche, waarbij onder meer het fruitimportbedrijf van de hoofdverdachte als dekmantel zou hebben gefungeerd. Twee zaakwaarnemers (37 jaar en 45 jaar) van de hoofdverdachte hoorden dinsdag respectievelijk zeven en elf jaar tegen zich eisen. Twee zakenpartners (26 jaar en 31 jaar) moet allebei acht jaar vastzitten, als het aan het OM ligt. Een andere zakenpartner (46 jaar) hoorde zeven jaar tegen zich eisen.

De verdachten ontkennen grotendeels of beweren dat hun rol kleiner is dan het OM beweert. Sommigen geven hun medeverdachten de schuld. Een aantal van hen heeft al een strafblad op dit gebied. De hoofdverdachte werd ooit in de VS veroordeeld. De advocaten van het zestal bepleitten vrijspraak of een lagere straf.

De rechtbank doet in de zaken van alle elf verdachten die maandag en dinsdag terechtstonden uitspraak op woensdag 21 juli.