Uren friemelen aan een pop op een poppenbeurs
Poppen en beren zijn niet alleen voor kinderen dierbaar. Volwassenen bewaren soms waardevolle herinneringen aan het speelgoed. Jong en oud kwam zaterdag dan ook langs bij de poppen-, beren- en miniaturenbeurs in Drachten.
Mijn pop heeft heel rare paarse ogen, vindt een meisje. Ze geeft haar pop aan poppen- en berendokter Jan Kalsbeek uit Drachten. Die kijkt er eens goed naar. „Ja, ik zie het al”, zegt hij. „Dat kan ik wel oplossen, maak je maar geen zorgen. Kom haar aan het einde van de dag maar ophalen.”
Kalsbeek komt net als zeventig anderen met zijn kraampje naar het Fries Congrescentrum in Drachten. Daar vindt zaterdag de jaarlijkse manifestatie met poppen, beren en miniaturen plaats. Liefhebbers kunnen er allerlei spullen op dat gebied kopen. De verscheidenheid aan poppen, beren en miniaturen op de beurs is enorm. Van poppen met blauwe jurken met aardbeien erop tot een zelfgemaakte teddybeer met een blauwe broek en een geel shirt.
„Dit is de enige beurs op dit gebied in Noord-Nederland”, zegt organisator Wouter Beerekamp. „Er komen elk jaar zo’n 400 tot 500 bezoekers op af. Het zijn liefhebbers uit het hele land, maar ook uit Duitsland. Dit jaar is Jinjutha Pongpa uit Thailand aanwezig. Zij maakt poppenhuisminiaturen en is speciaal vanuit de Thaise hoofdstad Bangkok naar Drachten gekomen.”
Nieuw elastiekje
Kalsbeek is sinds 33 jaar poppen- en berendokter. „Ik heb altijd met pijpleidingen gewerkt, maar nadat ik een ernstig ongeluk kreeg, kon dat niet meer. Toen vroeg een vriend of ik een pop kon repareren. Dat beviel me zo goed dat ik ermee ben doorgegaan. Het mooiste aan dit werk vind ik dat je mensen blij kunt maken. En zo’n beurs is altijd erg gezellig.”
Er komen niet alleen kinderen bij Kalsbeek langs. Hij krijgt ook regelmatig volwassenen bij zijn kraampje. „Ik heb wel de regel dat kinderen voorrang krijgen”, zegt hij. „Sommige reparaties duren lang. Dan zit je uren te friemelen. Maar soms hoeft er ergens alleen maar een nieuw elastiekje bij.”
Elke pop heeft een verhaal, stelt Kalsbeek. „Vaak komen mensen met poppen van hun moeder aanzetten.”
Atsje Bethlehem uit Boornbergum loopt langs de kraampjes. „Ik ga al jaren naar dit soort evenementen”, vertelt ze. „Ik ben weg van poppen. Thuis heb ik een hele verzameling. Hoe groot die is, weet ik niet; het zijn er te veel om te tellen. Ik heb veel poppen zelf gemaakt, van porselein. Om dat te kunnen, ga ik drie of vier keer naar een cursus. De kleding maak ik ook zelf.”
Bethlehem heeft de fascinatie voor poppen zolang ze zich kan herinneren. „Mijn moeder was ook weg van poppen. Misschien ga ik nog iets kopen”, gaat ze verder. „Maar daar gaat het mij eigenlijk niet om. Ik geniet er gewoon van om hier te zijn.”
Poppenhuizen
Aan het begin van de Vreewykzaal in het Fries Congrescentrum staat het kraampje van de 72-jarige Fred van Woensel uit Haarlem. „Ik ben beter bekend als de kachelsmid, omdat ik ook miniaturen van kacheltjes maak”, zegt hij. „Mijn andere miniaturen zijn vooral poppenhuizen. Ik maak alles van hout.”
Er staan vier miniaturen van zo’n 50 centimeter hoogte in Van Woensels kraampje. Ze zijn gebaseerd op Amsterdamse grachtenpanden. In sommige maakte de kachelsmid ook een interieur, zoals een keukentje.
Hobbyist
„Ik heb geen idee hoeveel uur aan werk hierin zit”, zegt Van Woensel. „Ik ben een hobbyist. Als ik zin heb om iets te bouwen, doe ik dat. Als ik tussendoor zin heb in een kop koffie, doe ik dát.”
Drie dingen zorgen ervoor dat Van Woensel het maken van miniaturen zo lang volhoudt. „Het bedenken van een creatief idee, het bouwen zelf, maar vooral het contact met mensen. Het gaat mij er niet om hoeveel ik hier verkoop. Ik geniet van de gezelligheid met de bezoekers van de beurs. Ik doe dit al veertig jaar. Zolang het mij lukt, ga ik door. Ik vind het veel te leuk om te stoppen.”