De laatste avond: „Ik hunker naar de vrede”
Han Gelder was nog maar 24 jaar toen hij in 1944 omkwam. En dus staat achter zijn graf iemand die ook nog maar 24 is. En Jan le Griep dan, ook nog maar 29; omgekomen door verraad. Achter zijn grafsteen: Joeri de Bruin. Zijn kleinzoon. Die hij nooit kende.
Zeshonderdzeventig mensen stonden vrijdagmiddag achter een graf op Ereveld Loenen. Mensen van hetzelfde geslacht en dezelfde leeftijd als de overledene. Representanten, als eerbetoon. Aan Gelder en Le Griep, omdat ze hun leven waagden als verzetsman. Aan anderen die het leven lieten door oorlogsgeweld.
”Ereveld Vol Leven” werd voor de vierde keer gehouden. Voor het eerst werd het gecombineerd met de jaarlijkse dodenherdenking. Niet eerder waren onder de representanten zoveel nabestaanden van slachtoffers: wel zestig.
Laatste avond
In de kapel staat Bas Westerweel. Hij pakt een van de 42 boeken waarin de 130.000 Nederlanders staan van wie niet bekend is of en waar ze tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn begraven. Westerweel wijst –het is op videoschermen voor iedereen te zien– de naam van zijn opa aan: Joop Westerweel. Vermoord door de Duitsers. Hij was 45 jaar.
De avond voor zijn dood droeg hij in zijn cel het gedicht voor dat hij had geschreven. Maar dát leest zijn kleinzoon niet zelf voor. Hij vraagt of een 45-jarige uit het publiek het wil doen. „Eervol”, zegt de man die zich meldt. Het klinkt onder de dennenbomen: „Een cel, vier witte muren, de deur wel stevig dicht, in deze late uren schijnt een gematigd licht.” Joops laatste avond, en hij wist het. „Mijn ziel tracht naar de reden van mijn verlatenheid. Ik hunker naar de vrede.” De volgende dag werd hij omgebracht.
Ontsporing
Op Loenen liggen bijna vierduizend slachtoffers van het Duitse regime. Zeven kruizen verwijzen naar de zeven erevelden op Java waar zoveel anderen ter aarde werden besteld. De nabestaanden voelen de lege plaats nog steeds. „Verlies stopt niet bij de volgende generatie”, zegt directeur Vleugels van de Oorlogsgravenstichting.
De zevenhonderd verzetsmensen die hier zijn begraven, krijgen bijzondere aandacht in dit Jaar van Verzet. De jaarlijkse herdenking is een eerbetuiging aan slachtoffers van tirannie, oorlog en geweld, zegt Eurocommissaris Timmermans. „Laten we ervoor zorgen dat het levende geschiedenis blijft en geen dode letter wordt. Op dit ereveld is voor iedereen duidelijk waartoe haat kan leiden. De Holocaust was een menselijke ontsporing zonder weerga: mensen uitroeien, niet om wat ze deden, maar om wie ze waren.”
De mensheid moet waakzaam zijn, zegt Timmermans. „Wat is gebeurd, kan altijd weer gebeuren.” Hij verwijst naar actuele discussies. „Als we een beroep doen op onze Joods-christelijke erfenis, maakt het verschil of we dat doen omdat die waardevol is of om anderen buitenspel te zetten.”
Afgesneden
De herdenking heeft plaats op gewijde grond, zegt kolonel D. M. Sebbag, hoofdkrijgsmachtrabbijn. „Een heilige plek waar zowel de lichamen als de geesten van helden zijn opgeborgen. Tussen alle vragen die knagen worden we herinnerd aan zoveel waarvoor we dankbaar mogen zijn.”
Dankbaar voor de vrijheid, zeggen Apeldoornse scholieren in de gedichten die ze voordragen terwijl de Politiekapel speelt. Noa Wamelink leest over Herman Leus, die met moeite Engeland wist te bereiken en als geheim agent in Nederland werd gedropt. Toen hij met zijn geheime zender seinde, werd hij uitgepeild en viel hij in handen van de Sicherheitsdienst. Op 8 maart 1945 was hij een van de 117 mensen die bij Woeste Hoeve, hier dicht bij Loenen, werden gefusilleerd.
Zo is er bij elk van al die stenen in dit stille bos een droef verhaal. Bruut afgesneden levens, vaak jong. Rauwe wonden die bleven schrijven toen de bezetter over de grens was gejaagd. Dat alles wordt herdacht. Met kransen, met de taptoe, met het Wilhelmus. Met een minuut stilte, elk jaar weer.