Minister Dekker geeft geen helderheid
Minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft maandag geen goede beurt gemaakt in de Tweede Kamer. Ze kreeg veel kritiek op haar Nota Ruimte en kon tijdens een urenlange discussie op belangrijke punten geen helderheid geven.
De nota van het kabinet over de ruimtelijke ordening in Nederland breekt radicaal met de centralistische traditie dat de overheid bepaalt wie wat waar mag bouwen.
Minister Dekker wil provincies en gemeenten meer vrijheid en verantwoordelijkheid geven. De Kamer is het daar op zich mee eens, maar vindt wel dat er kaders voor decentralisatie nodig zijn. Die heeft de minister in de nota niet gegeven en maandag tijdens het hoofdlijnendebat gaf ze die ook niet. „Als u voor regie kiest, moet u wel kaders stellen”, zei CDA-kamerlid Van Bochove in tweede termijn pregnant. Een reactie bleef uit.
Vrijwel alle fracties vielen over het beleidsvoornemen van de minister om voor nieuwe bedrijventerreinen in de komende jaren 23.000 hectare te reserveren. Dat is de helft van het huidige areaal. De Kamer wilde graag de onderbouwing van dit getal zien. In eerste instantie zei Dekker dat het departement een analyse van de economische groei heeft gemaakt. Daarna kwam de minister aan met het Centraal Planbureau dat een berekening had gemaakt.
En nog weer later zei ze dat het kabinet zeer binnenkort een notitie over bedrijventerreinen vast zal stellen. „Waarom stelt u eerst de 23.000 hectare vast en komt u dan pas met een onderbouwing”, zo vroeg SP-kamerlid Van Velzen. Er kwam geen antwoord.
Verschillende fracties misten een internationaal kader in de Nota Ruimte: „We leven toch niet op een eiland?” „Het staat er echt in”, zo hield Dekker vol. „Geef ons dan het paginanummer, dat praat gemakkelijker”, zei PvdA-kamerlid Duivesteijn. De minister viel even stil. Daarna zei ze: „Het wordt opgezocht, u hoort het straks.” De PvdA’er moet het antwoord nog vernemen.
De Kamer wilde verder graag weten wat precies een stedelijk netwerk is. Dekker: „Ze hebben een plek in rijksnota’s en verbindingswegen tussen de steden zijn belangrijk. Ze krijgen niet bij voorbaat extra geld van het Rijk.”
D66-kamerlid Giskes was daarmee niet tevreden. Ze wilde precies weten wat de voordelen zijn van een stedelijk netwerk. De minister kon de gewenste duidelijkheid niet verschaffen.
Doelstelling van het kabinet is meer woningen in steden te bouwen, oftewel verdichting van woningbouw. Niet elke stad wil dat. Van Bochove: „Hoe gaat u steden hiertoe dwingen?” De CDA’er, hierin gesteund door de PvdA, kreeg geen bevredigend antwoord.
Natuur en landschap kregen maandag weinig aandacht van de minister. Voor de ecologische hoofdstructuur komt ze nog met een nadere uitwerking. Daarna stapte ze in de beantwoording over naar de financiële paragraaf. „En de nationale landschappen dan? De Kamer wil in de Hoeksche Waard geen bedrijventerrein, maar landschapsbescherming”, zo wierp GroenLinks-kamerlid Duivendak tegen. Dekker bood met zo veel woorden haar excuses aan, ze was dat onderwerp helemaal vergeten.
Aan het eind van haar betoog gaf ze een beeld van hoe Nederland er in 2030 uit zal zien. Het zal een bedrijvig en welvarend land zijn met voldoende woningen, een veilige leefomgeving en zonder achterstandswijken. „En dat komt doordat we in 2004 de ruimtelijke ordening van het slot hebben gedaan”, aldus Dekker.
Maar ook hier was de Kamer niet tevreden. „Uw beschrijving deed me denken aan een groot Ruhrgebied”, sneerde ChristenUnie-kamerlid Huizinga. SGP-kamerlid Van der Staaij deed daar nog een schepje bovenop: „Kwam in het vergezicht van de minister ook nog zoiets voor als grondgebonden landbouw?”
Dit najaar krijgt de minister een herkansing als de Kamer het debat over de Nota Ruimte voortzet.