Heisa rond het stemhokje
„Mijn zoon is blind en autistisch en wil graag stemmen. Mijn man die bewindvoerder is, mocht in eerste instantie niet mee. Hoe kan je het hokje inkleuren als je niet kan zien? Na veel heisa mocht mijn man toch mee.”
Het is een hartenkreet van een moeder die het College voor de Rechten van de Mens onlangs binnen kreeg. Het college ontving in de periode van 12 maart tot en met 4 april 148 meldingen over de toegankelijkheid van de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart. Meer dan een kwart van de opmerkingen gaat over hulp in het stemhokje, werd vrijdag bekend.
Sommige medewerkers op een stembureau weten onvoldoende over de regels rond het helpen van stemmers, stelt het college. Dat bedrukt dat mensen met een lichamelijke beperking hulp mogen krijgen in het stemhokje. Ook mogen zij zelf bepalen wie die helper is. Recht op hulp in het stemhokje geldt voor onder meer blinden.
Deuren
De helft van het aantal klachten dat het college kreeg, heeft te maken met gebrekkige toegang van een stembureau. Zo mopperden mensen over slechte verlichting. Waardoor slechtzienden het lastig vonden om het stembiljet te lezen. Ook hadden stembureaus „vaak” deuren die voor mensen in een rolstoel of scootmobiel lastig zijn te openen, meldt het college. Er moest in die gevallen toevallig iemand in de buurt zijn om te helpen met het openen van de deur. Een klager liet het college weten: „Over het algemeen zijn de mensen wel degelijk behulpzaam en lukt het stemmen uiteindelijk wel. Maar het zou zo prettig zijn om eens geen hulp te hoeven vragen, maar gewoon zelfstandig te kunnen stemmen.”
Het college kreeg ook tips binnen om de toegankelijkheid van stembureaus te verbeteren. Zo stelden enkele mensen in een rolstoel of scootmobiel voor om een tijdelijke bel op te hangen bij deuren die ‘zwaar’ opengaan. Ook de zogeheten stemmal, die diverse gemeenten tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen hebben getest, is aangeprezen. Zo’n stemmal is een apparaatje dat blinden helpt bij het stemmen.
Klachten kreeg het college ook van mensen met een niet-lichamelijke beperking of hun naasten. Gepleit wordt voor hulp in het stemhokje voor deze groep mensen. Dan gaat het met name om kiesgerechtigden met een verstandelijke beperking en soms om mensen met een psychische aandoening. Ze willen graag stemmen, maar hebben daarbij hulp nodig. Zo kan iemand met autisme in paniek raken als hij alleen in het stemhokje staat.
Verstandelijke beperking
Voor de overheid is op dit punt werk aan de winkel, zegt Barbara Bos, zegsvrouw van het College voor de Rechten van de Mens, vrijdag desgevraagd. „Artikel J28 van de Kieswet staat toe dat kiezers vanwege hun lichamelijke gesteldheid hulp mogen krijgen bij het stemmen. Dat recht krijgen mensen met een verstandelijke beperking in de Kieswet daarentegen niet. Feit is echter dat Nederland in 2016 het VN-gehandicaptenverdrag heeft geratificeerd. Dat VN-verdrag schrijft voor dat alle mensen die hulp nodig hebben bij het stemmen, die moeten kunnen krijgen. Dat betekent dat in Nederland óók kiezers met een verstandelijke beperking recht hebben op bijstand in het stemhokje.”
Kreeg het college over de recente gemeenteraadsverkiezingen 148 meldingen over toegankelijkheid, na de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 stond de teller op 100.