Hogere straf voor Haagse Syriëganger
De 24-jarige Martijn N. uit Den Haag, die twee keer vergeefs probeerde Syrië binnen te komen, heeft in hoger beroep een hogere straf gekregen dan eerder was opgelegd. Het gerechtshof in Den Haag veroordeelde hem tot 40 maanden cel voor het (mede)plegen van voorbereidingen van terroristische misdrijven en een poging tot deelname aan een terreurorganisatie. De rechtbank had N., die zich Latief noemt, eerder 31 maanden cel opgelegd, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Het Openbaar Ministerie (OM) vond deze straf te laag en ging in beroep. Het hof heeft vrijdag zelfs een hogere straf opgelegd dan de 36 maanden die de advocaat-generaal had geëist. Het hof ziet gevaar dat N. zich mogelijk opnieuw met terroristische activiteiten gaat bezighouden en vindt daarom een langere celstraf op zijn plaats om de maatschappij te beschermen. De verdachte heeft volgens het hof op geen enkele manier laten zien dat hij op een constructieve manier wil deelnemen aan de Nederlandse maatschappij. Ook had hij gezegd dat hij niet wilde meewerken aan de bijzondere voorwaarden die aan de proeftijd waren gekoppeld.
N., zoon van een Nederlandse vader en Tanzaniaanse moeder, begon zich vanaf zijn achttiende meer te verdiepen in de islam. Daarna werd hij steeds strenger in zijn geloof. Zijn twee pogingen om Syrië binnen te komen om zich aan te sluiten bij een jihadistische organisatie, strandden bij de grens tussen Turkije en Syrië. De eerste keer was in 2014. Begin 2016 vertrok hij opnieuw, ook al stond hij geregistreerd als terreurverdachte en was zijn paspoort ingenomen.