Binnenland

Dankgebed bij het puin van Delfshaven

Het vergeten bombardement, werd het genoemd. Zaterdag is het 75 jaar geleden dat in Rotterdam per vergissing een woonwijk door de Amerikanen werd gebombardeerd. Er kwamen in stadsdeel Delfshaven 326 mensen om het leven.

L. Vogelaar
30 March 2018 21:48Gewijzigd op 16 November 2020 12:56
Bommen vallen. Het is 31 maart 1943 en geallieerde vliegtuigen willen een Schiedamse scheepswerf uitschakelen. In plaats daarvan treffen ze een Rotterdamse woonwijjk. beeld NARA, VS
Bommen vallen. Het is 31 maart 1943 en geallieerde vliegtuigen willen een Schiedamse scheepswerf uitschakelen. In plaats daarvan treffen ze een Rotterdamse woonwijjk. beeld NARA, VS

Doelwit van de geallieerde vliegtuigen waren de havens en met name de scheepswerf en machinefabriek van Wilton-Feijenoord in Schiedam. Daar werden schepen gebouwd en gerepareerd en torpedolanceerbuizen voor Duitse onderzeeërs vervaardigd.

Vanwege de harde wind en de laaghangende bewolking keerden 61 van de 94 bommenwerpers onverrichter zake terug naar Engeland. De andere vliegende forten wierpen hun dodelijke last (198 duizendponders) echter af. Boven het doel, dachten de piloten, waarbij de opvallende geografische overeenkomsten tussen de omgeving van de werf en het gebied langs de Schiedamseweg hun parten speelden.

Wat ze ook niet wisten, was dat de windrichting boven de grond tegengesteld was aan die op grote hoogte. Daardoor dreven de bommen af naar het noordoosten en explodeerde een deel van de projectielen in de woonwijk Bospolder/Tussendijken.

Na vijftig uur

Het bombardement in Rotterdam-West had plaats tegen halftwee in de middag, rond hetzelfde tijdstip als waarop het centrum van de Maasstad op 14 mei 1940 was getroffen.

In een 105 hectare groot gebied dat in 1940 gespaard was gebleven, werden nu 2661 woningen, 100 winkels en 89 bedrijven verwoest. De stormachtige wind wakkerde het vuur aan. Doordat het drinkwaterleidingnet geraakt was, ontstond een tekort aan bluswater.

Vele duizenden mensen raakten dakloos. Er vielen honderden slachtoffers, en honderden gewonden. Sommigen overleefden wonderlijk, zoals een 3-jarig meisje dat na vijftig uur werd opgemerkt doordat iemand haar hoorde huilen en een 81-jarige man die ook na twee etmalen uit het puin werd bevrijd.

Hanke de Bruin uit Harskamp hoorde haar –vorig jaar overleden– vader vaak over het bombardement vertellen. „Hij was 13 jaar; de oudste van de kinderen. We zijn steeds meer gaan beseffen welke invloed deze gebeurtenis op het leven van de kinderen van toen heeft gehad, tot in de hoge ouderdom toe.”

Het huizenblok waar hij woonde, is gedeeltelijk blijven staan; een ander stuk was geheel verwoest. „Van hun eigen huis waren de ruiten eruitgeslagen. Mijn tante, die destijds een kleuter was, kan nog steeds met verbijstering vertellen hoe hun gordijnen werden gebruikt om de doden te bedekken.

Zelf was ze op weg naar de kleuterschool toen het bombardement begon; een voorbijgangster heeft haar snel thuis afgeleverd. Haar twee broertjes waren op weg naar de lagere school en zijn door vreemden een schuilkelder ingetrokken.

Oma had acht van haar tien kinderen thuis toen de bommen vielen. Pas nadat het sein ”veilig” was gegeven, kwamen die twee zoontjes thuis. Oma riep: „O, nou zijn ze er allemaal!” Bij het raam dat gesprongen was, is mijn oma toen eerst met de kinderen bij een stoel geknield om God te danken voor Zijn bewarende hand over hen.”

De Bruins opa was bij Wilton aan het werk toen het bombardement begon. „Tijdens het luchtalarm wilde hij de tram pakken om naar huis te gaan. Die miste hij, en hij is toen naar huis gerend. Inmiddels was er bevel gegeven dat de straat ontruimd moest worden, maar oma was met de kinderen binnengebleven. Opa riep uit: „Ik dacht dat ik alles verloren had, maar ik heb alles nog.” De gemiste tram stond bij het Marconiplein, verwoest! Ook opa’s leven was wonderlijk gespaard.

Hierna moesten ze allemaal hun zondagse kleren aantrekken en wat spulletjes pakken, en vervolgens moesten ze hun wijk uit.”

Het gezin De Bruin trok bij familie in Waddinxveen in en vestigde zich na de oorlog in Rotterdam-Zuid. Maar de gebeurtenissen –voor een deel verteld op video– bleven hun bij.

Boos op de Britten

De verontwaardiging over de geallieerde misser die maar al te raak was, was groot. In de –door de Duitsers gecontroleerde– dagbladen kregen de Engelsen de schuld; men wist niet dat Amerikanen het bombardement hadden uitgevoerd.

Vier dagen later waren het alsnog de Britten die Wilton-Feijenoord op de korrel namen, en nu troffen ze doel: het enorme droogdok werd vernield en de gebouwen waren zo zwaar beschadigd dat de Duitsers een dag later besloten het werk op de werf stil te leggen. Zo hadden de geallieerden hun doel alsnog bereikt. Ten koste van veel levens. Heel veel.

In Londen kreeg de Nederlandse regering in ballingschap de toezegging dat alles gedaan zou worden om herhaling van een dergelijke fout te voorkomen. Maar ook na de tragiek van Tussendijken konden fouten nog steeds worden gemaakt, en dan moesten burgers het bezuren. Zoals de bevolking van het Haagse Bezuidenhout ondervond.

Ramp herdacht

Burgemeester Aboutaleb is zaterdag om 12.00 uur aanwezig bij de herdenking van het bombardement dat Rotterdam-West 75 jaar geleden trof. Sinds vorig jaar wordt er een jaarlijkse herdenking van de ramp georganiseerd.

De plechtigheid heeft plaats bij het monument in het Gijsingpark. Het gedenkteken werd in 1993 geplaatst, 50 jaar na de ramp. Het park heet sindsdien Park 1943.

De Rotterdamse stadsdichter Derek Otte schreef een gedicht voor de herdenking. Het wordt op een plaquette in het park geplaatst en een strofe wordt ook op de gevel van een van de Gijsingflats geschilderd.

De Werkgroep Vergeten Bombardement 1943 nodigde Rotterdammers uit in de Verhalenkeet hun ervaringen te vertellen, waarna de verhalen zijn vastgelegd in het Stadsarchief. Verhalenhuis Belvédère maakte van de aangrijpendste citaten een audiocompilatie die als luisterboekje te verkrijgen is, terwijl een aantal verhalen zaterdagmiddag wordt verteld.

Een groep wijkbewoners zorgde ervoor dat de grens van het getroffen gebied met tegels werd gemarkeerd. Langs deze ”brandgrens” is een twee uur durende wandeling uitgezet, die start op de hoek van de Grote Visserijstraat en de Rösener Manzstraat. Zaterdag is er om 14.00 uur een rondleiding, waarvoor belangstellenden zich tot vrijdag kunnen aanmelden.

In de Bibliotheek Rotterdam presenteert Dick Scholten (1952) op 5 april zijn debuutroman ”Park 1943 Rotterdam.” Zijn vader verloor zijn eerste vrouw en drie van zijn kinderen tijdens het bombardement van 31 maart 1943. Eén zoon werd na twee dagen levend onder het puin vandaan gehaald.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer