Mensen konden hun stem per brief naar een van die vijftien ambassades sturen. Daar werden die stemmen geteld. Voor het tellen van de stemmen op de bureaus, onder meer in Washington, Bangkok en Tokio, werden extra mensen ingezet. In landen waar geen briefstembureaus waren ingericht, zorgden de ambassades er op een andere wijze voor dat de stemmen naar Nederland werden doorgesluisd.

Ongeveer 1 miljoen Nederlanders zitten voor langere tijd in het buitenland. Degenen die nog ingeschreven staan bij een Nederlandse gemeente konden ook stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Daarvoor moesten ze wel iemand uit hun gemeente machtigen.