Cultuur & boeken

Ds. Dekker en ds. Zoutendijk schrijven studie over de Heilige Geest

In de gereformeerde traditie zijn we eraan gewend om te spreken over de Drie-eenheid als één wezen van God en drie Personen. Terecht kan en moet de vraag worden opgeworpen of we met deze typering in 2018 nog recht doen aan God.

prof. dr. W. van Vlastuin
16 March 2018 18:37Gewijzigd op 16 November 2020 12:50
Het zou wel eens zo kunnen zijn dat we ten aanzien van de Heilige Geest meer ervaren dat Hij een kracht is dan dat Hij een persoon is. beeld Getty Images/iStockphoto
Het zou wel eens zo kunnen zijn dat we ten aanzien van de Heilige Geest meer ervaren dat Hij een kracht is dan dat Hij een persoon is. beeld Getty Images/iStockphoto

De vraag doemt immers op of we met het woord ”persoon” in de 21e eeuw nog hetzelfde bedoelen als in de vierde eeuw na Christus. Het antwoord is eenvoudig ontkennend. Als we het hedendaagse individualistische persoonsbegrip op God toepassen, leidt dat tot een driegodendom.

Moeten we een ander begrip kiezen om over de goddelijke Personen te spreken? Deze vragen komen nog eens extra intens tot ons als we ons richten op de Persoon van de Heilige Geest. In onze theologie en beleving hangt de Persoon van de Heilige Geest er vaak wat bij, omdat de Persoon van de Vader en de Zoon veel concreter voor ons zijn. Het zou weleens zo kunnen zijn dat we ten aanzien van de Heilige Geest meer ervaren dat Hij een kracht is dan dat Hij een Persoon is.

Methodisch onderzoek

Met deze vragen zitten we midden in de studie die voor ons ligt. Het is een goede zaak dat de auteurs dr. W. M. Dekker en ds. A. Zoutendijk het spreken over de Persoon van de Geest aan een onderzoek hebben onderworpen. Het boek kent een duidelijke methodische opzet. Na de verkenning van de vragen komen de Bijbelse noties aan de orde. Vervolgens wordt het grootste deel van het boek ingenomen door de beschrijving hoe tal van theologen uit de geschiedenis over het Persoon-zijn van de Geest hebben gesproken. In het slothoofdstuk komen de auteurs tot hun conclusies en afwegingen.

Opvallend in het hoofdstuk over de Bijbelse noties is de observatie dat de Geest in het Oude Testament als de grote gave van de eindtijd wordt aangemerkt, terwijl in de loop van het Nieuwe Testament dit eschatologische karakter minder wordt. Wel wordt het Persoon-zijn van de Geest in de loop van het Nieuwe Testament steeds duidelijker. Daarbij plaatsen de auteurs de kanttekening dat we daarmee niet de onpersoonlijke beelden van de Geest in de Schrift moeten vergeten. Dat is een diepdenker.

John Owen

Het historische overzicht biedt een mooi overzicht van de leer van de Persoon van de Heilige Geest in de geschiedenis. Zo lezen we over de kerkvaders Irenaeus, Tertullianus en Augustinus. Augustinus had moeite met het begrip ”persoon”. Hij gebruikte het om niet geheel te hoeven zwijgen. Calvijn krijgt ook ruimschoots aandacht. Met zijn persoonsbegrip heeft hij een belangrijke bijdrage aan de theologiegeschiedenis geleverd. De auteurs zien echter een sluimerend modalisme in zijn benadering, omdat de eenheid voorafgaat aan de drieheid.

De gereformeerde orthodoxie komt in een breed overzicht voorbij, vooral door de bespreking van de theologie van de Zwitserse Turretini. Hij blijkt een modern persoonsbegrip te hanteren. Het is wel een misser dat men in dit verband geen enkele aandacht geeft aan John Owen, die in de gereformeerde traditie de eerste wetenschappelijke verhandeling over de Geest en Zijn werk heeft geschreven.

Van de Duitse theoloog Karl Barth is bekend dat hij wegens de moderniteit er moeite mee had om het begrip ”persoon” te hanteren. Daarom gaf hij de voorkeur aan het begrip ”zijnswijze”. Terecht wijzen Dekker en Zoutendijk erop dat de eigenheid van de persoon door dit woord wel heel erg verbleekt. Het roept ook de indruk op dat het gaat om een verschijningsvorm, zodat het modalisme hier de kop opsteekt.

Oepke Noordmans krijgt een positieve beoordeling omdat hij nadrukkelijk over de Persoon van de Geest spreekt en zowel het eschatologische karakter van de Geest als Zijn tegenover laat uitkomen waarmee hij het westerse modalisme doorbreekt. Hoewel Arnold van Ruler veel aandacht aan de Geest geeft, is bij hem echter het modalisme toch aanwezig, omdat hij spreekt over het intermezzo van de Heilige Geest.

Bij H. Berkhof is de Geest een bijvoeglijk naamwoord van God geworden en ontbreekt het echte meervoud in God. Wegens de invloed van de Duitse filosoof Hegel in het denken van Wolfhart Pannenberg en Jürgen Moltmann komt ook bij hen de Geest niet goed uit de verf.

Drieheid boven eenheid

Met de conclusies uit de voorgaande delen komen de auteurs tot een hedendaagse positiebepaling, hoewel deze positiebepaling naar mijn mening niet een-op-een volgt uit het voorgaande. De gedachte dat het God-zijn van Christus op Golgotha blijkt en dat de Geest de Vader en de Zoon in de godverlatenheid aan het kruis bijeenhoudt, is daar een voorbeeld van. Ook inhoudelijk vind ik dit een speculatieve gedachte die mij niet overtuigt. Als Jezus de woorden van Psalm 22 op de lippen neemt, zijn dit immers woorden die ook door een mens gebruikt kunnen worden. En als de hoofdman belijdt dat Jezus Gods Zoon was, zou dat ook op een goddelijke profeet betrekking kunnen hebben, zoals Adam of Israël Gods Zoon wordt genoemd. Waarom heeft dit gedeelte meer gewicht dan de belijdenis van Petrus tijdens Jezus’ omwandeling dat Hij de Christus, de Zoon van de levende God, is? Bovendien heeft men in de gereformeerde traditie de verlatenheid aan het kruis altijd christologisch geduid en niet trinitarisch.

Met het pleidooi om nadrukkelijk wel over de Persoon van de Geest te spreken, kan ik instemmen, maar of dit betekent dat men de drie-enige God geen persoon kan noemen weer niet. Vooral de argumentatie dat een oneindige persoon een innerlijke tegenstrijdigheid is, is zwak. Immers, elke goddelijke Persoon heeft het hele wezen van God in zich. Dat is de onopgeefbare les van Augustinus die in de gereformeerde orthodoxie zo diepzinnig is vertolkt. Jammer dat de studie van Muller daarover alleen in een voetnoot wordt genoemd en de inhoud daarvan niet is verwerkt. Daardoor heeft in de voorgestelde benadering de drieheid in God het overwicht over de eenheid.

Boekgegevens

De Geest onderscheiden. Een bijbels-theologisch, theologiehistorische en dogmatische studie over de heilige Geest als persoon, W. M. Dekker en A. Zoutendijk; uitg. Boekencentrum, Utrecht, 2017; ISBN 978 90 239 5057 8; 208 blz.; € 24,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer