Utrechtse Uithoflijn hoofdpijndossier
Uitlopende werkzaamheden, grote kostenoverschrijdingen en een opgestapte gedeputeerde. De aanleg van een sneltramlijn in Utrecht is een waar hoofdpijndossier geworden. De Uithoflijn, de tram die reizigers van Utrecht Centraal naar universiteitscampus De Uithof brengt, houdt de Utrechtse politiek bezig.
Wie om halfnegen college wil volgen bij een faculteit op de Utrechtse Uithof, doet er goed aan op tijd bij de bushalte aan de Jaarbeurszijde van Utrecht Centraal te staan. Waar een ritje midden op de dag zo’n vijftien minuten in beslag neemt, duurt dat in de spits gemakkelijk een halfuur. Een tramlijn moet een eind maken aan deze vertragingen.
„Doen we het of niet?” Twee meiden staan vertwijfeld bij de ingang van een gele harmonicabus richting De Uithof. „We kunnen ook wachten op de volgende, deze zit wel erg vol.” Voorzichtig zetten ze een voet in bus 12 maar besluiten op het nippertje tóch de volgende te nemen.
Een klein voorval in een flinke reeks. Dagelijks ziet het in de ochtendspits zwart van de mensen bij de halte op Utrecht Centraal. De gemeente verwacht dat er in 2020 meer dan 60.000 mensen per dag van en naar De Uithof reizen. Het vervoersprobleem op de drukste buslijn van Nederland wordt steeds groter.
Groen licht
Het Bestuur Regio Utrecht gaf in april 2012 definitief groen licht voor de aanleg van de zogenaamde Uithoflijn. De sneltram moet reizigers binnen zeventien minuten van het Centraal Station naar de laatste halte op de universiteitscampus brengen. Buslijn 12 komt daarmee te vervallen. Als alles volgens plan was verlopen, dan was de tram in januari dit jaar al gaan rijden. Maar door vertragingen werd dit in 2016 uitgesteld. De bedoeling is nu dat de Uithoflijn in de tweede helft van 2019 gefaseerd in gebruik wordt genomen. Aan het einde van dat jaar moet de hele dienstregeling op de rit zijn.
Deze vertraging komt volgens de gemeente Utrecht door „een geactualiseerde inschatting van de risico’s.” Zo zijn er problemen met de aanleg van het spoor rond het stationsgebied.
Behalve voor vertraging van de aanleg van de tramlijn, zorgt het project ook voor een financiële tegenvaller. De kosten voor de sneltramlijn waren begroot op 327 miljoen euro, te betalen door de gemeente en de provincie. Het Rijk draagt nog eens 100 miljoen bij. Eind januari werd bekend dat het project 84 miljoen euro meer gaat kosten. Van dat extra bedrag komt 25 miljoen euro voor rekening van de gemeente. De overige 59 miljoen betaalt de provincie.
B. van den Dikkenberg, commissielid voor de SGP in Provinciale Staten van Utrecht, is bang dat er nog meer onvoorziene kosten of omstandigheden aan het licht komen. „Veel problemen hebben zich opgestapeld. Maar de grootste moeilijkheid is de verziekte samenwerking tussen de gemeente en de provincie.”
Tijdens commissievergaderingen hield Van den Dikkenberg geregeld de vinger aan de pols door te informeren naar ontwikkelingen rond de Uithoflijn. „Ik vroeg van tijd tot tijd of de planning nog klopte en of de informatie die we hadden juist was. Achteraf bleek dat we meerdere keren onjuist zijn geïnformeerd. Iedere keer wanneer we iets vragen, gaat er een kastje open waar een nieuw monster uitkomt.”
Kritiek
Een kritische brief die door tien Utrechtse gemeenten werd ondertekend, was begin februari reden voor het opstappen van de Utrechtse VVD-gedeputeerde J. Verbeek. In deze brief uitten wethouders hun onvrede over de samenwerking met de provincie. Verbeek besloot hierop haar verantwoordelijkheid te nemen voor de problemen rond de Uithoflijn en stapte op.
Het Utrechtse ChristenUnieraadslid J. Uringa staat er niet van te kijken dat een groot project als de Uithoflijn vertraging oploopt of voor extra kosten zorgt. „Als raad hebben we de lokale Rekenkamer de opdracht gegeven om het project goed te onderzoeken. Dan heeft er in elk geval een onafhankelijke partij naar gekeken.”