Veerramp Genemuiden leeft nog
Een pont die Genemuiden verbindt met Zwartsluis vergaat op 8 maart 1922 tijdens een zware zuidwesterstorm. Daarbij komen elf personen om het leven. Na bijna 100 jaar leeft de ramp nog steeds in de Overijsselse stad.
Het is de jaarlijkse biddag, deze 8 maart 1922. Een zware zuidwestenwind teistert Genemuiden en omgeving. De wind stuwt het water vanuit het Zuiderzee het Zwartewater op en zwelt in de middag aan tot een zware storm. Arbeiders die vanuit Hasselt naar huis trekken, kunnen nauwelijks op de been blijven.
„Omdat het zo hard woei, besloot veerman Thijs Velthuis de pont uit de vaart te nemen”, vertelt Sijm van Lente, vrijwilliger bij het Historisch Centrum Genemuiden. „Door de storm was het niet langer verantwoord om de oversteek te maken.” Terwijl Velthuis zich in Genemuiden bij de kachel warmt, blijft zijn zoon Jan nog even in de herberg aan de overkant van het Zwartewater rondhangen.
„Opeens stopte de tram tussen Zwolle en Blokzijl om nog een groep reizigers te laten uitstappen. Onder hen waren burgemeester Groote Balderhaar ten Velde en zijn vrouw. Zij waren naar de verjaardag van de vader van de burgemeester geweest en wilden nog snel de oversteek maken.”
Zoon Jan Velthuis vertelt dat oversteken onmogelijk is, maar de burgemeester geeft bevel om toch de pont te halen. Jan keert samen met zijn vader terug met de pont. Na het nodige gevecht met wind en water varen ze af richting Genemuiden.
„Het ging al na enkele tientallen meters mis”, weet Van Lente. „De pont wilde met geen mogelijkheid meer vooruit en was overgeleverd aan de wind. Daarom stapten enkele reizigers over in een roeiboot, zodat ze toch de kant kunnen bereiken.” De roeiboot wordt echter plotseling door de sterke stroming onder water getrokken. Direct daarna slaat een enorme golf over de veerboot.
Volgens Van Lente weet een enkeling zich in veiligheid te brengen op een stuk hout of op de pont. De meeste opvarenden verdwijnen echter in het kolkende water.
Slechts drie van de veertien opvarenden overleven de gebeurtenissen. Zij worden met de pont door de harde wind en de sterke stroming voorbij Zwartsluis geslagen. Elf mensen verdrinken, onder wie de burgemeester en zijn vrouw en de veerman en zijn zoon.
Wereldnieuws
De ramp met de veerpont schokt de gemeenschap. „In een klein stadje als Genemuiden kent iedereen elkaar”, vertelt Van Lente. Zodra het licht wordt, gaan de inwoners op zoek naar meer overlevenden. Als die niet meer gevonden worden, begint men met het bergen van de slachtoffers. Pas op 21 april wordt het laatste slachtoffer, pontknecht Jan Velthuis, geborgen.
Ondertussen is de ramp wereldnieuws: zelfs Indonesische kranten doen bericht. Dagenlang pakken de kranten uit met details over de laatste ogenblikken van de slachtoffers. Genemuiden is echter in rouw. Arbeiders laten hun werk een aantal dagen voor wat het is. Langs de Veerweg staan groepjes inwoners te wachten op nieuws over een familielid, vriend of kennis.
Van Lente spreekt over „een ramp met een heel grote impact op de bevolking.” Hij verdiepte zich in de geschiedenis en probeert de herinneringen levend te houden. Dat is niet voor niets, vertelt Van Lente. „Zeker bij de oudere inwoners leeft de ramp nog steeds.”
Twee jaar geleden kwam de oudheidkundige vereniging met het idee een herinneringsplaquette te maken. „Er leeft niemand meer die de ramp bewust heeft meegemaakt, maar vooral de oudere mensen praten er nog regelmatig over. Toen onze stichting veertig jaar bestond, hebben we besloten een blijvende herinnering aan de ramp te maken. Voor nabestaanden voelt de plaquette ook als een bepaald eerbetoon.”
Schuldvraag
Van Lente vindt het typerend voor de burgemeester en de bevolking dat er in Genemuiden bijna nooit over een schuldvraag is gesproken. „De burgemeester gaf wel opdracht om de pont te halen, maar daarover is door de bevolking nooit een verwijt gemaakt. Kort na de ramp werd zelfs besloten om een straat naar de burgemeester te noemen. Hij was echt geliefd onder de bevolking.”