Dat heeft het openbaar ministerie in Breda woensdag bekendgemaakt. Door het ongeval kwamen vijf onderhoudswerkers om het leven.

Het OM is inmiddels een onderzoek begonnen naar negen personen en twee bedrijven. Volgens het OM werken de personen bij of voor de desbetreffende ondernemingen. Welke dat zijn, wil het OM niet zeggen. Aan de hand van het onderzoek, dat enkele maanden in beslag zal nemen, beslist het OM over daadwerkelijke strafvervolging.

Behalve naar de steiger heeft het OM ook onderzoek gedaan naar de onderlinge contracten tussen de bij de revisie betrokken bedrijven en hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Ook het grit waarmee de ketel op het moment van de ramp werd schoongespoten, is onderzocht. Het OM is nog niet klaar met de naspeuringen.

Een demontagebedrijf zette zes weken lang 200 mensen in om de ketel leeg te ruimen. Dertig medewerkers van de Arbeidsinspectie hebben daarop 6000 uur toezicht gehouden. Bij het inhoudelijk onderzoek heeft de Arbeidsinspectie hulp gekregen van de Unit Forensisch Technisch Onderzoek van de politie, het Nederlands Forensisch Instituut en TNO.

Zij hebben onderzocht hoe de steiger werkelijk was gebouwd, het gedemonteerde materiaal beoordeeld en sporenonderzoek gedaan. Hierbij zijn ongeveer 360.000 foto’s gemaakt. De politie heeft 7250 uur in het onderzoek gestoken. Naast de kosten van de opsporingsdiensten heeft het onderzoek ongeveer 800.000 euro gekost.

Energieproducent Essent, eigenaar van de centrale, zegt tevreden te zijn met de voorlopige conclusies van het onderzoek. „We zijn niet blij”, zegt woordvoerder I. Broen. „Daarvoor is er te veel gebeurd en zijn de gebeurtenissen te ingrijpend geweest.”

Essent vindt het jammer dat het OM niet meer onderzoeksresultaten naar buiten heeft gebracht. Dat zou voor de verwerking van het ongeval bij de nabestaanden en andere betrokkenen beter zijn geweest, meent het bedrijf.

De bevindingen van het OM kwamen volgens de Essent-zegsman niet als een verrassing. Na eigen onderzoek van Essent en het uitgebreid screenen van het eigen veiligheidsbeleid concludeerde Essent na het ongeval dat het bedrijf niets te verwijten viel. „We hadden toen al het zware vermoeden dat de bottleneck in de steigerbouw moest zitten”, aldus Broen.

Essent heeft door het ongeval en het lang buiten gebruik staan van de Amer 9 forse verliezen geleden en veel extra kosten gemaakt. De energieproducent zal te zijner tijd een schadeclaim indienen bij de verantwoordelijke partijen. Die zal, volgens Broen, in de tientallen miljoenen euro’s lopen.

Het Rotterdamse bedrijf Hertel, verantwoordelijk voor de steigerbouw en het gritstralen tijdens de revisie van de Amer 9, vindt het nog te vroeg om inhoudelijk in te gaan op de bevindingen van het OM.

In een persverklaring op de eigen website liet het weten zich samen met Albuko, de bouwer van de steiger, te zullen buigen over de technische kant van het rapport. Hertel zegt het te betreuren dat het erop lijkt dat het OM in zijn conclusies andere mogelijke oorzaken van het ongeval buiten beschouwing laat en alle aandacht gericht is op het ontwerp en de bouw van de steiger.