Expositie in Doorn over deelname Roemenië aan WOI
De keuze van Roemenië om in 1916 alsnog deel te nemen aan de Eerste Wereldoorlog, pakte slecht uit. Het land werd vernederd door Duitsland en Oostenrijk. In Huis Doorn is er vanaf deze vrijdag een expositie over.
Nederland is niet het enige land dat zich tijdens de Eerste Wereldoorlog buiten de strijd wil houden. Onder andere ook Roemenië weigert mee te doen. Duitsland en Oostenrijk-Hongarije dringen bij het begin van de oorlog in 1914 aan bij Roemenië om hun kant te kiezen.
Maar Roemenië wijst het af, omdat er een aanzienlijk pijnpunt is. Het land vindt namelijk dat 3 miljoen Roemenen worden onderdrukt. Deze Roemenen wonen in Transsylvanië, een gebied dat sinds 1867 bij Oostenrijk-Hongarije hoort.
Binnenslands is er verdeeldheid. Een deel van de Roemenen wil zich aan de kant van de Duitsers en Oostenrijk-Hongaren scharen, een ander deel wil aansluiting bij de geallieerden. In augustus 1916 besluit Roemenië om een verdrag te tekenen met Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië. Door die beslissing komt er een einde aan twee jaar neutraliteit. De oorlog wordt verklaard aan Oostenrijk-Hongarije en Roemeense troepen trekken Transsylvanië binnen.
Roemenië krijgt tegenstand van vier landen: Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Bulgarije en het Osmaanse rijk. Een groot deel van het land wordt nog in 1916 bezet, waaronder de hoofdstad Boekarest. Het land weigert te capituleren.
Wanneer de geallieerden de overwinning in de oorlog in 1918 naar zich toetrekken, komt het land er weer bovenop.
De expositie in Huis Doorn duurt tot en met 2 april, Tweede Paasdag. Hij is mede mogelijk gemaakt door onder meer de Roemeense ambassade.