Blokland, inmiddels herkozen, plaatst negen kanttekeningen bij het rapport, die door Deloitte & Touche niet in de tekst zijn verwerkt. Van Dam, niet herkozen, heeft vijf kanttekeningen. Uit een daarvan blijkt dat hij zich nimmer gebonden achtte aan de gedragscode die in 1999 door de Nederlandse parlementariërs werd opgesteld. Volgens hem heeft Blokland als lijsttrekker getekend, „maar niet namens de eurofractie.”

Het onderzoeksrapport, dat er wel van uitgaat dat Van Dam gebonden is, oordeelt hard over zijn pensioenvoorziening. Deloitte & Touche heeft geen boodschap aan Van Dams verweer dat hij bij het pensioenfonds eerst vijf jaar moest volmaken om later een uitkering te kunnen ontvangen. Tussen de onderzoekers en Blokland bestaat verschil van mening over de vraag of hij zijn hele financiële wandel had moeten administreren.

Deloitte & Touche vindt dat Blokland tekort is geschoten met zijn reiskostenvergoeding. Hij heeft nooit geld teruggestort, omdat hij uitging van een kostprijsberekening. Volgens het rapport voldoet dit niet aan de afspraak dat alles behalve werkelijk gemaakte kosten zou worden terugbetaald. Van Dam heeft Deloitte helemaal geen inzicht gegeven in zijn reiskosten.

Overigens blijkt uit het rapport dat de onderzoekswerkzaamheden al na tien dagen (op 28 mei) zijn afgebroken, waarschijnlijk omdat de ChristenUnie nog voor de verkiezingen duidelijkheid wilde bieden. Daardoor blijven er zowel ten aanzien van Blokland als van Van Dam losse eindjes in het onderzoek, bijvoorbeeld ten aanzien van de besteding van de vaste onkostenvergoeding. Wel is duidelijk dat beiden niet hebben voldaan aan de verantwoordingsafspraken.

Het CU-partijbestuur heeft met Blokland afgesproken dat hij nog voor de nieuwe zittingsperiode een nieuwe code opstelt om zo de transparantie te vergroten. Blokland zal dit doen.