Loeiende sirene heeft meer effect dan zoveelste appje
Bij sommige overheidsbesluiten bekruipt me het gevoel dat er eigenlijk behoefte bestaat aan een second opinion. Of aan een club van wijze mannen die er nog eens kritisch naar kijkt.
Strikt genomen bestaat een dergelijk orgaan al in de vorm van de Eerste Kamer. De 75 senatoren kunnen bogen op ruime bestuurservaring en hebben een hogere gemiddelde leeftijd dan de leden van de Tweede Kamer. Zo ontstaat er op papier een mooie balans tussen ambitie en ervaring, die zou moeten voorkomen dat er overhaaste of ondoordachte beslissingen worden genomen. In het ideale geval hebben politici oog voor de lange termijn en laten ze zich niet alleen leiden door partijbelangen, zetelbehoud en de persoonlijke behoefte hun stempel te drukken op het beleid.
Probleem is dat ook de Eerste Kamer bestaat uit leden van politieke partijen die niet immuun zijn voor druk uit eigen gelederen. Om de metafoor uit medische hoek nog iets verder door te trekken: dit politieke orgaan functioneert dus weliswaar als een soort second opinion, maar bevindt zich wel in hetzelfde ziekenhuis.
Dat alles schoot door me heen toen ik maandag rond het middaguur via de Erasmusbrug het centrum van Rotterdam binnenfietste, precies op het moment dat het luchtalarm afging. Ik had er geen tel bij stilgestaan dat dit de eerste maandag van de maand was, met als gevolg dat de rillingen over mijn rug liepen. Zelf ben ik van ruim na de oorlog, maar mijn beide grootouders hebben vaak genoeg verteld over het bombardement dat mijn geboortestad in mei 1940 trof. Terwijl ik langs een gebouw fietste waar ik de sirene op het dak zag staan, vielen heden en verleden even samen.
Met deze ervaring in het achterhoofd kan ik nu al vaststellen dat het afschaffen van het luchtalarm per 1 januari 2020 desastreus is en eerder het resultaat van bezuinigingsdrift dan van doorwrocht overheidsbeleid. Als vervanging van de sirenes krijgt de burger met ingang van die datum een ”compleet pakket van moderne crisiscommunicatiemiddelen” aangeboden, waardoor het luchtalarm vanzelf overbodig wordt. Daarbij moet u denken aan sociale media, calamiteitenzenders en geluidswagens.
Bij het besluit om het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem te ontmantelen, lijkt echter onvoldoende rekening gehouden met praktische aspecten en psychologische factoren. Zo is het effect van een sirene die maar blijft doorloeien (en die dus niet zoals bij de maandelijkse test al na anderhalve minuut stopt) oneindig veel groter dan dat van het zoveelste appje op je telefoon. Het gebeurt ook nogal eens dat ik mijn smartphone in een ander vertrek laat liggen als ik thuis ben en pas uren later zie dat iemand geprobeerd heeft me te bereiken. Dat is geen ramp, tenzij er straks echt een ramp gebeurt.
Ooit heb ik midden in de nacht voor het slaapkamerraam gestaan toen het luchtalarm afging en minstens drie kwartier aanhield. Later bleek dat het slechts een technische storing betrof, maar het doordringende geluid had me –precies zoals de bedoeling is– gewekt en gealarmeerd. Blijkbaar heeft de overheid er het volste vertrouwen in dat over een kleine twee jaar iedereen in Nederland een smartphone op zijn nachtkastje heeft liggen en het geluid ’s nachts niet heeft uitgezet.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl