Chip moet einde maken aan de zwerfkat
D66 wil gemeenten de mogelijkheid geven zwerfkatten verplicht te laten chippen om overlast te voorkomen. Er lijkt in de Tweede Kamer een meerderheid te zijn voor het voorstel.
Bijna 20.000 gevonden dieren staan er momenteel geregistreerd op de website van Amivedi, een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor vermiste dieren. Alleen de database over de afgelopen maand toont al 1300 nieuwe gevallen. Driekwart daarvan betreft katten. Dagelijks komen er nieuwe bij. Uit Goes, Zoetermeer, Apeldoorn, Andijk, Wezep: waar worden er eigenlijk geen katten vermist? Sommige zijn dood gevonden en rest wellicht nog een afscheid, andere wachten op hereniging met hun baasje. Maar wie is die eigenaar? De vindplaats is bij katten soms mijlenver van hun thuisadres vandaan. Zonder aanwijzing is het zoeken naar een speld in een hooiberg, tenzij de eigenaar zelf contact opneemt.
Een chip biedt uitkomst. Het aanbrengen kost zo’n 30 euro en is voor een dierenarts een fluitje van een cent. Even een stukje los vel optillen, prikje erin en de eigenaar van een kat is voor al- tijd traceerbaar. Dat kan nu al, maar slechts een klein deel van de baasjes kiest daarvoor. „Wij weten niet waarom zo weinig mensen dat doen”, zegt Dik Nagtegaal van de Dierenbescherming. „Misschien vinden eigenaren het een emotioneel idee om te prikken. Of ze zijn bang dat hun kat ergens achter blijft haken. Veel katten dragen geen enkel kenmerk.”
Dierenambulance
Dat leidt tot problemen. Nederland telt ongeveer 2,6 miljoen huiskatten en daarnaast nog 1 miljoen verwilderde katten. De laatste groep zorgt voor veel overlast, vooral in steden. Nagtegaal: „Zwerfkatten zijn overal. Op het platteland hebben ze de mogelijkheid om zich terug te trekken, in de stad zitten ze dicht op de mensen. Als ze zich groeperen en er zitten niet-gecastreerde tussen, dan is het elk voorjaar feest met het gejank onder het raam. Een verplichte chip kan eraan bijdragen dat er in de toekomst minder zwerfkatten komen.”
Een chip kan ook ander leed voorkomen. Het komt geregeld voor dat mensen de dierenambulance bellen als ze denken een zwerfkat in de buurt te hebben. Wordt zo’n beestje opgehaald en kan de eigenaar niet worden achterhaald, dan komt het in een asiel terecht. Soms ten onrechte, dan blijkt de kat achteraf toch in de buurt van de vindplaats te wonen. Om zulke situaties te voorkomen, rusten de ambulances van de Dierenbescherming bij twijfel een gevonden kat uit met een bandje. Nagtegaal: „Een kat die er gezond uitziet, laten we nog een paar dagen buiten. Meestal worden we kort daarop door de eigenaar gebeld om te zeggen dat het goed is. Het is handiger als we dat meteen kunnen controleren.”
Jaarlijks raken er 35.000 katten vermist. De meeste worden nooit gevonden, sommige gaan dood, bijvoorbeeld in het verkeer. Ruim 10.000 katten vinden via een asiel een nieuw baasje, de rest verwildert. Nagtegaal denkt dat een verplichte chip ervoor kan zorgen dat het aantal zwerfkatten snel daalt. „De eerste jaren zal het aantal nog niet dalen. Maar als dadelijk de chip bij de aanschaf van een kat al is geplaatst, zullen we snel resultaat zien. Tot die tijd zijn we afhankelijk van de medewerking van eigenaren. Ze kunnen dan wel worden beboet als ze geen chip laten aanbrengen.”
Mocht er wetgeving komen, dat zullen er zeker gemeenten zijn die werk maken van de verplichte chip. In een brief aan de Tweede Kamer vragen 35 gemeenten om invoering daarvan. Vorig jaar pleitten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht al voor een verplichte chip. Het chippen van een kat kost rond de 30 euro.