Cultuur & boeken

Moderne theologie en vragen in preken van ds. E. Jüngel

Hermeneutiek is omstreden. Niemand lijkt te weten wat het nu eigenlijk is. Maar de Duitse lutheraan Eberhard Jüngel heeft er heldere ideeën over en laat bovendien zien hoe dat doorwerkt in een rijke verkondiging.

ds. N. C. Smits
5 February 2018 12:45Gewijzigd op 16 November 2020 12:33
Ds. Eberhard Jüngel stelt dat de Bijbel niet tijdloos is en een preek nooit saai mag zijn.  beeld bilder.bild.de
Ds. Eberhard Jüngel stelt dat de Bijbel niet tijdloos is en een preek nooit saai mag zijn. beeld bilder.bild.de

Jüngels preken en het begeleidende essay over hermeneutiek zijn vertaald en ingeleid door ds. Willem Maarten Dekker, hervormd predikant te Waddinxveen. In 2008 promoveerde hij op de theologie van Jüngel, en met de preken brengt hij nu een nieuw aspect van diens werk over het voetlicht.

Jüngel (1934) geldt als de belangrijkste leerling van Karl Barth, die probeerde om ook de theologie van Rudolf Bultmann te verwerken. Hij speelde een belangrijke rol in de Duitse kerken en ontving in 2006 de Duitse Preekprijs. Zijn werk staat te boek als diepgravend, filosofisch en wars van theologische modegrillen.

Maar vanuit de dieptes van de theologie en de filosofie weet Jüngel de kansel te beklimmen met heldere, actuele en verrassende preken. Exegese, mensenkennis, maatschappelijke context en systematische theologie worden hier op een originele manier bij elkaar gebracht en vakkundig toegespitst op het menselijk hart. Op een symposium in januari was er terecht veel lof over de preken te horen.

Het geheim van de kwaliteit van de preken ligt misschien wel in de laatste twee stellingen die Jüngel aan zijn essay over hermeneutiek heeft toegevoegd. De hermeneutiek heeft haar dienstwerk gedaan, zo stelt hij hier, wanneer de prediker na de preek zowel zijn hoorders („vooral familieleden en vrienden”) als de Bijbeltekst „met een gerust geweten” in de ogen kan zien en wanneer hij zich ondanks alles alweer „hongerig” verheugt op de volgende preek.

Hermeneutiek is voor Jüngel zoiets als de kunst van het luisteren: luisteren naar de tekst totdat die begint te spreken en luisteren naar de hoorders totdat je begrijpt waar zij aanwezig zijn in die tekst.

Voor Jüngel is het belangrijk om de ”situatie van de verkondiging” op het spoor te komen; waarom is een Bijbeltekst ooit ontstaan, wat maakte dat iemand zich gedrongen voelde om te gaan spreken? Op dat geboorte-uur van een tekst is het Woord levend en krachtig aanwezig. Preken is vervolgens een „herhaling” van die beweging, door de hoorder uit zijn eigen situatie op te halen en over te zetten in die situatie van de verkondiging: „Zo kom jij ter sprake!”

Wat Jüngel met dit alles bedoelt, wordt aanschouwelijk in de twaalf vertaalde preken zelf, alle over teksten uit het Oude Testament. Als Jakob ’s nachts worstelt bij de Jabbok en ’s ochtends de zon weer opgaat, slaat Jüngel onmiddellijk een bevindelijke brug: „Bij het eerste morgenrood ontdekt een mens dat hij in de donkerte van de nacht met God geworsteld heeft.” Worstelt Jakob nu met een tegenstander of met God Zelf? Dat loopt soms ook voor ons door elkaar, „wanneer wij als Jakob in alle eerlijkheid alleen zijn met onszelf. Durven we zo’n eenzaamheid nog aan, waarin geen enkele stem vanbuiten ons zich horen laat, waarin we een ander noch onszelf iets kunnen wijsmaken?”

Zo beweegt Jüngel zich voortdurend heen en weer tussen de worstelingen van het mens-zijn voor Gods aangezicht in de Bijbel en diezelfde worstelingen in het heden. De Bijbel is daarin altijd een stap verder en werpt een licht op ons pad.

Soms is het moeilijk om Jüngel te volgen, bijvoorbeeld waar hij schrijft dat „ook een God” in Zichzelf kan keren, in zijn preek over de twaalf verspieders. „Hoe meer hij in zichzelf keert, des te beweeglijker, des te alomtegenwoordiger wordt hij.” Zo zijn er veel meer passages die blijk geven van een moderne theologie waarin allerlei moderne vragen verwerkt zijn. Dat is ook wat Jüngel wil. De Bijbel is niet tijdloos en wij zijn zelf ook niet tijdloos. Daarom, zo stelt Jüngel, kan en mag de preek ook nooit „saai” zijn. Want dan gaat het niet meer over de levende God.

De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Purmerend.

Boekgegevens

Lutherse preken bij het Oude Testament, E. Jüngel (ingeleid en vertaald door Willem Maarten Dekker); uitg. Skandalon, Middelburg, 2017; ISBN 978 94 921 8358 3; 160 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer