Levenseindekliniek opnieuw op de vingers getikt
De Levenseindekliniek heeft vorig jaar onvoldoende zorgvuldigheid in acht genomen rond de actieve levensbeëindiging van een dementerende patiënte. Dat bleek dinsdag uit een uitspraak van de regionale toetsingscommissies.
De stichting Levenseindekliniek, die in 2013 van start ging, is al zeven keer eerder op de vingers getikt. De toezichthouder concludeerde dat de instantie bij het inwilligen van euthanasieverzoeken de zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet onvoldoende in het oog had gehouden.
Meestal ging het om het vereiste dat onafhankelijke deskundigen moeten beoordelen of de betrokken patiënt naar hun waarneming inderdaad ondraaglijk lijdt. In enkele andere zaken was de conclusie dat alternatieven om het lijden te verlichten onvoldoende waren doorgesproken met de patiënt.
Agressief
De zaak die recent ter beoordeling voorlag, ging om een zestiger die als gevolg van dementie wilsonbekwaam was geworden. Vanwege haar ziekte was ze in een verpleeghuis beland. Daar gedroeg ze zich regelmatig agressief tegenover het personeel.
De arts van de Levenseindekliniek kwam na observaties tot de slotsom dat de patiënte ondraaglijk leed en onderbouwde dat door te verwijzen naar filmopnames die van de vrouw waren gemaakt. Ze slaagde er niet in om de onafhankelijke artsconsulent, die verplicht moet worden geraadpleegd, te overtuigen.
Deze stelde in zijn verslag dat de patiënte op bepaalde momenten zich juist vrolijk toonde. Ook betwijfelde hij of zij in het meest geschikte verpleeghuis was beland en adviseerde hij een verhuizing naar een instelling met meer deskundigheid inzake dementie.
De arts van de Levenseindekliniek schoof de bezwaren terzijde en zette de euthanasie door. Ze zag er ook van af om een derde deskundige te raadplegen. Volgens de toetsingscommissie had dat wel moeten gebeuren. Weliswaar ging de arts nog te rade bij een aan de Levenseindekliniek verbonden geriater, maar volgens de toezichthouder was deze collega geen onafhankelijke deskundige zoals de wet beoogt.
De commissie liet de gemaakte filmopnames van de patiënte in het oordeel meewegen. In de uitspraak staat dat op basis van de beelden niet onomstotelijk is vast komen te staan dat de vrouw ondraaglijk leed.
Het meest zwaarwegend in het oordeel is echter de kritiek dat de arts zich onvoldoende heeft vergewist van de wil van de patiënte. Door de dementie was haar wilsbekwaamheid aangetast.
Te oud
Weliswaar had zij toen ze nog wilsbekwaam was een schriftelijke verklaring opgesteld. Daarin stond dat ze euthanasie wilde wanneer ze in een verpleeghuis moest worden opgenomen. Die verklaring dateerde echter van vijf jaar geleden. Ook blijkt niet uit het dossier dat de vrouw het document nadien nog actualiseerde. Daarom was het document volgens de toetsingscommissies te oud om te kunnen vaststellen dat er sprake was van een vrijwillig en overwogen euthanasieverzoek.
Dit jaar zal blijken of justitie in het dossier aanleiding ziet voor een zaak tegen de arts.