Kidnap Heineken spreekt tot verbeelding
Op 9 november 1983 ontvoeren Willem Holleeder, Cor van Hout, Frans Meijer en Jan Boellaard biermagnaat Alfred Heineken, en diens chauffeur Ab Doderer, in Amsterdam. Heineken is de vroegere werkgever van Holleeders vader.
De ontvoering houdt Nederland twintig dagen in de greep. Heineken en Doderer worden opgesloten in een bouwloods op industrieterrein de Heining in het westelijk havengebied in Amsterdam. De ontvoerders eisen 35 miljoen gulden losgeld.
Na de ontknoping nemen Holleeder en Van Hout de wijk naar Frankrijk. Een deel van het losgeld wordt teruggevonden. De politie bevrijdt Heineken en Doderer uit de loods. Boellaard, Meijer en hulpkracht Martin Erkamps worden gepakt, Meijer ontsnapt vóór zijn berechting uit de observatiekliniek van justitie, het Pieter Baan Centrum in Utrecht.
Holleeder en Van Hout worden na enige omzwervingen en langdurig juridisch touwtrekken in 1987 veroordeeld tot elf jaar cel. Na vijf jaar komen ze vrij.
Zo’n acht miljoen gulden aan losgeld verdwijnt. Holleeder heeft altijd gezegd dat hij niet weet waar dit is gebleven, dan wel dat Meijer het geld op een strand heeft verbrand.
Journalist Peter R. de Vries schreef in 1987 een bestseller over de geruchtmakende zaak. Het verhaal blijft tot de verbeelding spreken en werd betrekkelijk recent twee keer verfilmd, in Nederland (2011) en in de Verenigde Staten (2015).