„Apologetiek is taak van elke christen”
Apologetiek is nodig voor iedere christen. En je moet de leefwereld van niet-christenen kennen om met hen in gesprek te komen. Deze conclusies werden zaterdag getrokken op een symposium van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi (DC) in Veenendaal. De jaarlijkse conferentie trok ongeveer honderd bezoekers.
Prof. dr. T. M. Hofman, hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn (TUA), zei dat een christen de tijd moet kennen waarin hij leeft. Kenmerkend voor deze tijd noemde hij rationalisme, nihilisme, ietsisme, relativisme en individualisme. Het hedonisme is de belevingscultuur van dit moment. „Mensen willen de ultieme kick ervaren. Een complete amusementsindustrie is verrezen waarin reclamemakers speuren naar behoeften of die zelf scheppen. De kick neemt soms pseudo-religieuze vormen aan in bijvoorbeeld de verafgoding van voetbalhelden en in de muziek.”
Bezwaren van niet-christenen tegen het christendom zijn volgens prof. Hofman soms van rationele aard. Rationalisten willen niets weten van de opstanding van Christus, omdat die volgens hen onmogelijk is. „Weerstand is er ook tegen het gezag van God. Het is een inbreuk op het bestaan van velen om een macht boven zich te erkennen. Postmoderne mensen stoten zich aan de exclusiviteit van God en Christus.” Volgens de hoogleraar is het nodig om te blijven volhouden dat er maar één weg is, die van het geloof in Christus. „De zaligheid is in geen ander.”
De Apeldoornse nieuwtestamenticus beklemtoonde het belang van de ontmoeting met onze medemensen die God niet kennen. Fundamenteel in dat gesprek is zijns inziens de idee van de zinvolheid van het bestaan, omdat gesprekspartners ook met dat probleem worstelen. God laat de schepping, die niet slecht is, niet los, maar Hij bemoeit er zich mee en redt zondige mensen. „De wereld blijft niet altijd doorgaan, zoals velen geloven, maar het gaat heen naar de voleinding.”
Prof. Hofman vindt het niet voldoende om rationeel en wetenschappelijk over feiten te praten. Zwijgen mag al helemaal niet. „We moeten zelf doortrokken zijn van het heilig besef van de grote werken van God. Apologetische momenten dienen zich vaak onverwacht aan. Benut die gelegenheden met een biddend hart. Een gesprek kan de weg banen, waardoor de Heilige Geest werkt. Hoe vaak buigen we ’s morgens onze knieën om te vragen of we mensen mogen ontmoeten die vragen Wie God is? Schamen we ons voor het Evangelie in een wereld waarin volop reclame is voor de zonde? Komt een verkeerde houding voort uit valse schaamte, onzekerheid of wereldgelijkvormigheid?”
Drs. J. J. Pas, docent godsdienst aan het Wartburg College in Rotterdam, sprak over apologetiek in de vroegchristelijke kerk. Hij zei dat de apologeten uit de eerste eeuwen na Christus de confrontatie met de toen heersende cultuur zochten. De godsdienstleraar riep op om door een nauwkeurig christelijk leven de waarde van het christelijk geloof te laten zien en open en eerlijk met mensen in gesprek te gaan om vooroordelen op te helderen. De macht van de demonen moet volgens Pas niet worden onderschat. „Daarom is het nodig om biddend en worstelend te arbeiden om de medemens te helpen die ten dode wankelt.”
Tijdens de forumdiscussie ’s middags bracht Pas naar voren dat christenen vaker offensief zouden moeten optreden. „Verdedig niet alleen het christendom als het wordt aangevallen, maar zoek de tegenstander op in zijn eigen cultuur en maak de leemten daarvan duidelijk.”
Hoe er kennisgenomen moet worden van de moderne cultuur blijft een moeilijkheid. Prof. Hofman: „Je moet de moderne leefwereld wel kennen. Maar overschat jezelf niet, want op dit terrein zijn de demonen in de weer.”