Opgravingen bij Zeist leggen kamp Napoleon bloot
In het Franse kamp van Napoleon stookten soldaten een vuurtje om warm te blijven en rookten onderofficieren een pijp onder het genot van een glas wijn.
Dat ontdekten archeologen door het opgraven van duizenden grondsporen en vondsten in Austerlitz, bij Zeist. Austerlitz wordt aan de noordkant uitgebreid met woningen. Daarom zijn archeologen en vrijwilligers sinds september in opdracht van de gemeente Zeist aan het graven. Van 1804 tot 1808 was er een legerkamp van Napoleon gevestigd.
Peter de Boer, regio-archeoloog van de Omgevingsdienst regio Utrecht, is enthousiast en noemt de opgravingen „zonder overdrijving spectaculair. Voordat we gingen graven, wisten we dat er sporen van het Franse kamp lagen. Maar dat het er zoveel zijn, was een verrassing.”
De ontdekking van 4500 jaar oude prehistorische grafheuvels is volgens De Boer de kers op de taart. In het vooronderzoek dat de gemeente liet uitvoeren, werd deze vondst op een haar na gemist. Tijdens de graafwerkzaamheden stuitten de archeologen alsnog op de grafheuvels. „We weten dat mensen hun geliefden in die tijd begroeven langs de weg. Voor hen was dat een manier om de doden te eren en dat te laten zien aan anderen.”
De resten van Napoleons kamp geven een goed beeld van de situatie waarin het leger verkeerde. „De resten bleken zo goed bewaard gebleven, dat we zelfs de greppels rondom tenten hebben gevonden. We hadden al een globale kaart van het gebied zoals het eruit moet hebben gezien, maar dat beeld kunnen we nu enorm verfijnen.”
Ook hebben de archeologen een duidelijk verschil gevonden tussen de gedeelten waar de soldaten bivakkeerden en die waar de onderofficieren verbleven. Met behulp van de aangetroffen tentgreppels en barakken is nu een reconstructie te maken van de indeling van het kamp.
De archeologen hebben nu een compleet beeld van een deel van het kamp gekregen en kunnen nu uitrekenen hoeveel manschappen in dit deel verbleven. Het kamp, waar zo’n 18.000 soldaten gelegerd waren, was bedoeld om aanvallen van Engelsen af te slaan.
Later deed het ook dienst als uitvalsbasis bij een poging om Engeland te veroveren. De Boer: „Vanuit dit kamp liepen 10.000 soldaten naar Den Helder, een enorme tocht die dwars door Amsterdam ging. Per schip zouden zij naar Engeland ten strijde trekken, maar dat werd afgeblazen. Toen gingen ze te voet naar Duitsland waar ze terechtkwamen in de Slag bij Ulm. Veel soldaten kwamen daarbij om het leven.”
Het complete kamp bestond, volgens de Boer, uit 24 secties. Een daarvan is nu opgegraven. „In de komende jaren zullen ook delen van enkele andere secties worden onderzocht.”
Uniek
Het is de eerste keer dat er in Nederland een archeologische opgraving van deze omvang van een legerkamp uit de Franse tijd gedaan wordt, vertelt De Boer. Eerder groeven archeologen in Haelen een klein ruiterkamp van Napoleon op. Ook werd er onderzoek gedaan naar Frans kampen in Aalst en Bussum. „Het laatste kamp is op basis van luchtfoto- en hoogtebeelden van het landschap ontdekt. Dit was de directe opvolger van het kamp dat we vonden in Austerlitz. Napoleons soldaten reisden van plek naar plek.”
Dit gegeven maakt de ontdekking van het Franse kamp bij Zeist nog specialer. „Dit is het enige semi-permanente kamp. De mannen zaten er lange tijd, een aantal jaar. In eerste instantie in tenten, later in houten barakken.”
Bij gebrek aan munitie riepen Napoleons soldaten „pang” tijdens schietoefeningen, weet De Boer. „Het Nederlandse leger deed dat ook, om munitie te sparen. De geweren van de soldaten bevatten in de 19e eeuw een vuursteentje, dat om dezelfde reden weleens werd vervangen door hout of leer.”
Op basis van uniformknopen konden de archeologen achterhalen welke regimenten in het kamp gelegerd waren. „Het ging om voetvolk, mannen die in het veld opereerden.”
De Boer hoopt dat de gemeente Zeist de archeologische vondsten een plek wil geven in de nieuwe woonwijk. „Door straatnaambordjes bijvoorbeeld.”