De moord op de gebroeders De Witt in 1672 is een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis. Het was het gevolg van oorlogsdreiging en hoogoplopende conflicten tussen republikeinen en monarchisten. Het volk zocht een zondebok voor alle ellende en dat werd raadspensionaris Johan de Witt. Toen Johan Cornelis kwam ophalen uit de Gevangenpoort, destijds een gevangenis, waar Cornelis wegens meineed was veroordeeld tot verbanning, werd het tweetal omsingeld door woedende burgers. De broers vonden de dood en hun lichamen werden kapot gehakt en tentoongesteld.

Sommige burgers namen stukjes mee als aandenken. Toenmalig burgemeester Nicolaas Witsen van Amsterdam had jarenlang de tong en de teen in zijn verzameling rariteiten. Hij bewaarde de lugubere souvenirs in een mooi gegraveerde, zilveren tabaksdoos.

De lichaamsdelen bevinden zich normaal gesproken in de collectie van het Haags Historisch Museum. Vanwege een verbouwing en tijdelijke sluiting verhuizen de tong en teen een tijdje naar de Gevangenpoort.