Uit onderzoek van een psychiater en een psycholoog blijkt dat de verdachte lijdt aan waanideeën en daarnaar handelde. Van H. dacht dat er een complot was van de inlichtingendienst AIVD tegen hem en dat zijn hulpverleenster bij de dienst werkte. Daarom was hij ontoerekeningsvatbaar.

De steekpartij vond plaats op de Fazantenlaan in Hellevoetsluis. De verdachte reed met het slachtoffer mee naar de parkeerplaats waar ze hadden afgesproken om te dansen met de kofferbak open en de muziek aan, zo had hij verklaard.

De verdachte stak het slachtoffer van achteren in de hals met een vouwmes. De vrouw rende weg, waarna Van H. haar achtervolgde en een tweede keer in haar hals stak. Vervolgens belde hij zelf de politie en werd hij op de parkeerplaats aangehouden. Het slachtoffer overleed ter plaatse aan haar verwondingen.

Volgens de politie zei de verdachte bij de aanhouding: „als jij wist wat ik weet, had jij dat ook gedaan”. De rechter zei tegen de verdachte dat hij „wel erg bezig was met de AIVD”. Daarop antwoordde Van H.: „Zij waren bezig met mij”.