Senaat keert zich tegen onderwijsbezuiniging
De Eerste Kamer (Senaat) wil dat het kabinet toch nog eens gaat kijken of een bezuiniging van 183 miljoen euro op onderwijs niet kan worden geschrapt. Ook de senatoren van regeringspartij D66 keerden zich tegen de in het regeerakkoord afgesproken bezuiniging.
De Tweede Kamer dwong vorig jaar onder leiding van D66 nog af dat scholen voorlopig niet werden gekort. Maar de nieuwe coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie besloot een deel van de bezuiniging toch door te zetten.
Het nieuwe kabinet hoopt scholen zoveel mogelijk te sparen, maar kan niet beloven dat die er niets van merken. De Tweede Kamer legde zich daarbij neer.
De PvdA in de Eerste Kamer wijst erop dat het onderwijs juist extra geld nodig heeft, bijvoorbeeld voor kleinere klassen. Senator André Postema riep het kabinet op na te gaan of het toch niet onder de bezuiniging uit kan. Hij kreeg steun van bijna de hele oppositie én van coalitiepartij D66. Het kabinet vroeg de senaat tevergeefs zich niet achter de oproep te scharen. Minister Wopke Hoekstra van Financiën, die de bezuiniging verdedigde, hield vol dat het kabinet per saldo juist veel extra geld in het onderwijs steekt. Hij zegt niet het geld te hebben om de maatregel te schrappen.
De Landelijke Studentenvakbond LSVb is blij met het besluit. „Er is nu meer dan ooit extra geld nodig in het onderwijs. Het is een enorme opluchting dat de Eerste Kamer dit inziet”, vindt LSVb-voorzitter Tariq Sewbaransingh.